dient vooral in tijden van schaarste ter vervanging van garens uit vlas, hennep, sisal en andere grondstoffen. Het wordt vervaardigd uit sterk en bij voorkeur taai papier, zoals kraftpapier.
Het papier, dat door de spinnerij in de vorm van rollen van de papierfabriek wordt betrokken, wordt door middel van roterende of vaststaande mesjes in smalle strookjes gesneden, die weer tot schijven worden opgerold. De breedte van de strookjes hangt af van de dikte van het garen, dat men daaruit wil vervaardigen. Voor fijne weefgarens bedraagt de breedte slechts enkele millimeters; voor papiertouw kan deze 2-4 cm bedragen. Na bevochtiging worden de papierstroken met behulp van een ring-, vleugel- of een doos-spinmachine (z spinnerij) tot een ronde draad ineengedraaid. Soms, bijv. voor touw, worden twee of meer van de op deze wijze verkregen enkelvoudige garens nog getwijnd.
Men kan ook een garen samenstellen door een draad van katoen, vlas, jute e.a. met een papierbandje te omwikkelen; in dit geval spreekt men van Textilin-garen.
Een andere vorm van papiergaren vervaardigt men door de nog vochtige van de papiermachine komende papierbrij in reepjes te verdelen en deze in elkander te draaien en vervolgens te drogen. Soms wordt hieraan een dun laagje vezelmateriaal, bijv. katoen, toegevoegd (textilose-garen).
