Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 17-10-2024

Otto van REES

betekenis & definitie

Nederlands staatsman (Culemborg 4 Jan. 1823 - Arnhem 10 Mrt 1892), trad 1837 in Indische dienst, doorliep verschillende rangen, werd na een kort verlof achtereenvolgens resident van Kedoe, Bagelen en Soerabaja; eerst lid (1864-1872), daarna vice-president van de Raad van Indië (1873-1878). Van 1872-1873 was hij lid van de 2de Kamer.

In Nederland teruggekeerd werd hij opnieuw lid van de 2de Kamer (1878/79), 10 Mrt - 20 Aug. 1879 minister van Koloniën, daarna weer lid van de 2de Kamer, vervolgens voorzitter van dit college (1880-1884). Op 11 Apr. 1884 aanvaardde hij het ambt van Gouverneur-Generaal van Ned.-Indië, waaruit hij op verzoek 19 Juni 1888 werd ontslagen. Tijdens zijn bestuur gaf de roof van een Engels schip door de vorst van Tenom enige beroering; enige Batakse landschappen werden ingelijfd, de strijd in Atjèh bleef voortduren; onlusten in Bantam en ongeregeldheden bij Buitenzorg werden met geweld bedwongen. Een poging om scheiding tot stand te brengen tussen Moederlandse en Indische financiën mislukte. Te Boeleleng werden de slaven vrij verklaard.

< >