hoofdstad van de provincie Djawa Timur, van de residentie en het regentschap, telt naar schatting ca 1 millioen inw. (uit officieuze bron in 1950: 634.000 inw.). De stad strekt zich over een lengte van 14 km uit langs de beide oevers van de Kali Mas.
Links van de uitmonding van deze rivier ligt de haven Tandjoengperak, rechts het complex van het voorm. Marine Etablissement met werven, droogdokken enz. Het noordelijk deel van Soerabaja wordt grotendeels ingenomen door pakhuizen, fabrieken en werkplaatsen. Hier sluiten zich de Arabische en Chinese wijken bij aan.In het midden vindt men de winkelbuurt van Soerabaja, zich uitstrekkend langs de hoofdweg Pasar Besar, Gemblongan, Toendjoengan. Aan de brede Aloen-aloen-straat treft men enkele openbare gebouwen aan, zoals het voorm. gouvernementskantoor. Het raadhuis bevindt zich ten O. van de rivier, op Ketabang. Meer naar het Z. liggen de woonwijken Simpang en Koepang, terwijl aan het uiteinde der stad de wijk Darmo ligt (met verderop de dierentuin en het vliegveld) benevens de raffinaderij van de B.P.M. in Wonokromo.
De gem. jaartemp. te Soerabaja bedraagt 26,7 gr. C. Ze geldt als een der warmste steden van Indonesië. Vooral in de kentering van Oost- tot Westmoesson (medio Oct. - medio Nov.) kan het zeer drukkend zijn.
Soerabaja telt een aantal grotere en kleinere machinefabrieken en constructiewerkplaatsen, ijzergieterijen, koolzuurfabrieken, ijsfabrieken en bedrijven voor het vervaardigen van zeep, carton, spiritus en rubberartikelen. Als havenstad heeft Soerabaja drukke tijden beleefd, toen van de 180 suikerfabrieken die ca 1930 op Java werkten ca 60 hun product over Soerabaja uitvoerden. Tevens werd Soerabaja invoerhaven voor grondstoffen en machinerieën die de industrieën in Oost-Java nodig hadden. De achteruitgang der cultures in dat gebied moet wel een terugslag op de havenbedrijvigheid van de stad hebben gehad. De vernielingen in Wereldoorlog II op de belangrijke marinebasis Soerabaja teweeggebracht zijn ook nog niet geheel door nieuwbouw vervangen.