(Neumann), Noors Noordpoolreiziger (Harstad, Tromsö, 31 Oct. 1854-Oslo 26 Nov. 1930), vergezelde in 1888 Nansen op de eerste tocht van kust tot kust over Groenlands ijskap. Hij was kapitein van de „Fram” op Nansen’s beroemde Pooltocht (1893-’g6) en nam het commando over toen de expeditieleider en Johansen over het ijs naar het N. trokken.
Het vastgeraakte schip kwam tot 85° 57', dreef terug tot ruim 8i° en bereikte toen weer open water; acht dagen na Nansen’s terugkeer arriveerde de „Fram”, met zeer belangrijke wetenschappelijke gegevens, behouden in Tromsö. Van 1898 tot 1902 ondernam Sverdrup, opnieuw met de „Fram”, een expeditie tijdens welke vier winters in het hoge Noorden werden doorgebracht. Van de Smith-sont uit werden tochten gemaakt naar de westkust van Ellesmere-land en de Parry-archipel; in beide gebieden werden belangrijke opnemingen verricht, terwijl nieuw land en nieuwe eilanden ontdekt werden, zodat deze expeditie een der gewichtigste werd voor deze Poolsector. Zowel in 1914-’15 als in 1920-’2l leidde hij, in opdracht der Russische regering, expedities in de Kara-zee om in moeilijkheden geraakte Russische schepen hulp te brengen; hierbij verrichtte hij tevens kartografisch werk in de mondingsgebieden van Ob en Jenissei.
K. W. L. BEZEMER
Bibl.: Nyt Land (Christiania 1903. 2 dln; Duits: Neues Land, 1903); Under russisk Flag (Oslo 1928).
