Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 18-10-2023

ORATORIANEN

betekenis & definitie

is de naam van twee congregaties van seculiere priesters, die zich zelfstandig in Italië en Frankrijk hebben ontwikkeld en zich, behalve aan volksonderricht, opvoeding der jeugd in door haar opgerichte colleges en wetenschap, wijden aan de vorming der geestelijkheid en de zielzorg. Zij onderscheiden zich van andere religieuze orden doordat zij geen bindende geloften afleggen en van elkaar door de minder straffe bestuursvorm der Italiaanse Oratorianen.

Bij deze laatsten zijn de verschillende huizen onafhankelijk van elkaar, terwijl de Franse Oratorianen een voor het leven gekozen generaal-overste erkennen. De naam Oratorianen stamt van het oratorium of de bidzaal van een kerk te Rome, waar de H. Philippus Nerius, de stichter van de Italiaanse congregatie, voor leken besprekingen hield over geestelijke onderwerpen.De stichting der Italiaanse congregatie dateert van 1575 en de pauselijke goedkeuring van 1583. Vanuit het moederhuis te Rome, tevens bekend door de daarbij behorende Bibliotheca Vallicelliana, verbreidde zij zich spoedig tot over de grenzen. Newman, die na zijn priesterwijding in 1847 Oratoriaan werd, bracht haar over naar Engeland. Na haar ondergang ten gevolge van de Franse Revolutie trad een zwakke herleving in, die tot heden standhield.

Het Franse Oratorium heeft tot stichter kard. de Bérulle, die te Parijs in 1611 de grondslag legde en in 1613 de pauselijke goedkeuring verkreeg. Ook zij viel ten offer aan de Franse Revolutie, maar werd in 1852 door Pététot opnieuw opgericht. De anti-kerkelijke wetten van Combes noodzaakten de Congregatie in het begin van deze eeuw haar zetel naar Freiburg (Zw.) te verplaatsen, maar toen de storm geluwd was, keerden de leden geleidelijk naar hun huizen in Frankrijk terug.

Lit.: M. Houssaye, Le card. de Bérulle et l’oratoire en France I6II-25 (Paris 1873); P Ingold, Essai de bibliographie oratorienne (Paris 1886); A. Capecelatro, La vita de S. Filippo Neri (2 dln, Milano 1902); Batterel, Mémoires domestiques pour servir à l’hist. de l’Oratoire (4 dln. Paris 1902-’06).

< >