is een terrein, waar men bouwwerken en voorwerpen, behorende tot het leven en de bewoning van het platteland, heeft opgesteld, als verschillende boerderijtypen, molens, dorpshuizen met hun huisraad en de voor het bedrijf benodigde werktuigen. Verder worden verschillende klederdrachten verzameld.
Dit type musea is het eerst tot stand gekomen in de Skandinavische landen. In NEDERLAND is in 1918 een dergelijk museum geopend te Arnhem. Het heeft in Wereldoorlog II geleden, maar is thans hersteld. De verzameling klederdrachten die nagenoeg geheel was vernietigd wordt opnieuw samengesteld (o.a. met behulp van een belangrijk bruikleen van H. K. H.
Prinses Wilhelmina), boerderijtypen zijn aan de verzameling toegevoegd. Het Zuiderzeemuseum, na Wereldoorlog II in Enkhuizen opgericht, waar men o.a. in de haven voor het museum typen van vissersschuiten, die op de Zuiderzee voeren, bewaart, wordt ook tot de openluchtmusea gerekend.Ook in BELGIË wordt, sedert geruime tijd, de oprichting van een Openluchtmuseum naar Skandinavisch voorbeeld overwogen. Er werd zelfs reeds een begin van uitvoering aan deze overweging gegeven, in de tuinen van het Provinciaal Museum Stercxhof, te Deurne, bij Antwerpen. Er bestaan echter nog andere plannen, die in een vergevorderd stadium verkeren en enkel nog op steun van hogerhand wachten om in vervulling te gaan. Inmiddels werd in 1951 te Antwerpen een Openluchtmuseum voor Beeldhouwkunst opgericht, in het Middelheimpark. Het is tot nog toe het eerste in zijn genre ter wereld. Het initiatief hiertoe werd genomen door burgemeester Lode Craeybeckx, op advies van de beeldhouwers Ossip Zadkine en Henry Moore.