eig. Odorico Mattiussi, missionaris en wijsgeer (Villanova bij Pordenone Friuli, tussen 1274 en 1286 - Udine 4 Jan. 1331), trad ca 1300 toe tot de Orde der Franciscanen.
In 1318 werd hij uitgezonden naar Azië, reisde door Perzië, India, Ceylon, Sumatra, Java en Borneo, waar hij scheepging naar Canton. Vandaar reisde hij over land naar Peking, waar hij drie jaren bleef, en werkte onder Monte-Corvino, die toen aartsbisschop was. Hij keerde (misschien via Tibet) naar Europa terug; hij is de eerste Europeaan die Liassa vermeldt, maar zijn terugreis is niet nauwkeurig bekend. In 1330 kwam hij aan en dicteerde hij het verhaal van zijn reis, in het Latijn. Sir John Mandeville heeft er veel gebruik van gemaakt.Bibl.: De rebus incognitis (Pesaro 1513, herdr. in G. B. Ramusio, Navigationi e viaggi, II, Venetia 1574), beste uitg. d. A. v. d. Wijngaert in Sinica Franciscana I (Quaracchi 1929, Ital. vert. d. G.
Pullè, Milano 1931); Fr. vert. gedr. Paris 1529; herdr. d. H. Gordier: Les voyages en Asie d’Odoric de P. (Paris 1891); Eng. vert. in: H. Yule, Gathay and the Way Thither II (London 1913, Hackluyt Soc.), andere Eng. vert. in M. Komroff, Contemporaries of Marco Polo (New York 1928).
Lit.: B. Laufer, Was O. of P. ever in Tibet?, in: T’oung Pao XV (Leiden 1914); A. C. Moule, The Life of O. of P., ald. XX (1921); R. Hennig, Terrae incognitae III (1938).