O.S.B., R.K. theoloog en liturgicus (Koblenz 27 Sept. 1886 - 28 Mrt 1948), werd monnik te Maria-Laach (1905), studeerde te Bonn, werd priester gewijd in 1911 en verbleef sinds 1922 te Herstelle. Hij was de voornaamste voorstander van de zgn. „mysterieleer”, welke een dieper begrijpen van de eredienst nastreeft.
Volgens de mysterieleer is de cultus niet enkel een herinnering aan, maar een reële gedachtenisviering, een sacramentele tegenwoordigstelling van Christus’ verlossingswerk. Vooral met argumenten uit de Oudchristelijke overlevering verdedigt Casel zijn opvatting, die een zekere vernieuwing van de liturgische beweging en de sacramentstheologie heeft ingeluid.DOM. E. DEKKERS O.S.B.
Bibl.: (voorn. werken) De philosophorum Graecorum silentio mystico (Giessen 1919); Die Liturgie als Mysterienfeier (Freiburg i.B. 1922); Das christliche Kultmysterium (Regensburg 1932) (Ned. vert. Brugge 1942). In Nederl. vert. verscheen nog Heilige Bronnen (Steenbrugge 1947). Sedert 1921 was C. uitgever van het Jahrbuch für Liturgie wissenschaft (Münster, tot 1941, 15 dln); medewerker aan Die Religion in Geschichte und Gegenwarten aan het Reallexikon für Antike und Christentum.
Volledige bibliografie: Tdschr. v. Liturgie XXIX (Affligem 1946), blz. 119 w.
Lit.: Tdschr. v. Liturgie, XXVI (1942), 129 w.: De Mysterieleer van Maria-Laach; ibid., XXX, 1946, 60 v.: Bij den 6osten verjaardag van D. Odo Casel; XXXII, 1948: In memoriam.
