(Mormyridae) is een familie van merkwaardige zoetwatervissen uit Afrika, waar zij ten N. van de Steenbokskeerkring gevonden worden. Zij behoort tot de orde der Weekvinnigen.
De naam nijlsnoeken voor deze vissen is niet zeer gelukkig gekozen, daar zij met de snoeken in het geheel niet nauw verwant zijn. Alle vinnen zijn goed ontwikkeld (onderfamilie der Mormyrinae), óf buik-, aars- en staartvinnen ontbreken (onderfamilie der Gymnarchinae). Zeer merkwaardig is de variatie in de vorm van de snuit, die betrekkelijk kort of abnormaal lang kan zijn en in dit geval enige gelijkenis met de slurf van een olifant vertoont. Opmerkelijk is ook de enorme ontwikkeling der hersenen, waarvan het gewicht 1/52 tot 1/62 van het totale gewicht bedraagt, een verhouding, die overigens onder de lagere gewervelde dieren niet voorkomt. In de staart bevindt zich aan weerszijden een zwak electrisch orgaan, dat ontstaan is uit het spiersysteem. De nijlsnoeken stonden bij de oude Egyptenaren hoog in ere en komen dan ook in talloze hiëroglyphen en op muurschilderingen voor.
Van Gymnarchus niloticus is bekend, dat hij een op het water drijvend nest maakt, dat door het mannetje bewaakt wordt. De larven hebben een reusachtige dooierzak, die naar beneden hangt en als anker fungeert.