Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 28-12-2022

GEWERVELDE DIEREN

betekenis & definitie

(Vertebrata, Craniota) vormen een onderstam (subphylum) van de stam (phylum) der Chordata, die tot de Deuterostomia (z ontwikkelingsgeschiedenis) behoort.

Het lichaam bestaat uit kop, romp en staart. De kop is waarschijnlijk ongeleed, in tegenstelling met de gesegmenteerde romp. De tegenstelling tussen kop en romp openbaart zich in verschillende orgaanstelsels. De staart is het achterste deel van het lichaam, meest zonder lichaamsholte en achter de anus gelegen.

De as van het lichaam wordt gevormd door de chorda dorsalis, die naar voren reikt tot aan de hypophysis (j zenuwstelsel). Dorsaal er van ligt het centrale zenuwstelsel (d.i. de hersenen in de kop en het ruggemerg in de romp), ventraal het darmkanaal. De chorda blijft zelden ongewijzigd, maar dient als basis voor de opbouw van de wervelkolom en wel zó, dat de wervellichamen zich om de chorda heen liggen en haar kunnen verdringen. De dorsale (neurale) bogen der wervels omsluiten het ruggemerg.

Tot het skelet van de romp behoort behalve de wervelkolom met de ribben nog het skelet van de ledematen en de bijbehorende gordels. Het skelet van de kop wordt door de schedel gevormd. Het darmkanaal bestaat uit kopen rompdarm. De kopdarm omvat mondholte en kieuwdarm (pharynx); deze is oorspronkelijk in het bezit van kieuwzakken (viscerale zakken, z ademhalingsorganen), die naar buiten door kieuwspleten uitmonden en door kieuwbogen (viscerale bogen) van elkaar gescheiden worden.

Het hart bestaat oorspronkelijk uit één boezem (atrium) en één kamer (ventrikel); het ligt aanvankelijk ventraal achter de pharynx. Bloed met rode bloedlichaampjes (erythrocyten). Ademhaling door kieuwen of longen.

De afvoergang van de nier is óf de primaire urine-leider óf de ureter (z excretieorganen). Bij het mannetje is meestal een urogenitaal-verbinding (z geslachtsorganen) aanwezig. De dieren zijn gonochorist (z geslacht 2). De afvoergang der geslachtsproducten is bij het mannetje veelal de primaire urineleider (ductus deferens), bij het vrouwtje de gang van dorsale w.

Muller (oviduct) (z geslachtsorganen). Eieren dooierarm of dooierrijk. Ontwikkeling met of zonder metamorphose.

De Vertebraten kunnen als volgt verdeeld worden:

superclassis 1. Agnatha; classis 1. Ostracodermata (z pantservissen);

classis 2. Cyclostomata (z prik en slijmvissen);

superclassis 2. Gnathostomata;

classis

1. Pisces (Vissen);
2. Amphibia (Amphibieën);
3. Reptilia (Reptielen, kruipende dieren);
4. Aves (Vogels);
5. Mammalia (Zoogdieren).

De indeling in de beide superclasses berust op het ontbreken van echte kaken en het bezit van een ongepaard reukorgaan bij de Agnatha, op het voorkomen van echte kaken en het bezit van een gepaard reukorgaan bij de Gnathostomata. Van de Agnatha zijn de Ostracodermata reeds in het palaeozoicum uitgestorven. Van de 5 groepen der Gnathostomata hebben de vissen gepaarde vinnen; klassen 2-5, samengevat als Tetrapoda, de 4 voeters, hebben armen en benen, voor voortbeweging op het land. Klassen 3-5 bezitten een amnion en een allantois (z ei vliezen); zij vormen daarom de groep der Amnioten, terwijl de nadere verwantschap tussen reptielen en vogels door hun samenvoeging als Sauropsida tot uiting komt.

PROF. DR J. E. W.

IHLE

Lit.: In alle boeken over dierkunde wordt men over de Gewervelde dieren ingelicht. Wij noemen: O. Bütschli, Vorlesungen über vergleich. Anatomie (Leipzig 1910 vgg), 6 aflev., onvoltooid.

E. Goodrich, Studies on the structure and development of Vertebrates (London 1930) ;Bolk, Göppert,Kallius, Lubosch,Handb. d. vergleich. Anatomie d. Wirbeltiere (Berlin-Wien 1931-1938), 6 dln, met talrijke medewerkers; Ihle, Leerb. d. vergelijk, ontleedkunde v. d.

Vertebraten, 3de dr. (Utrecht 1947), 2 dln, m. talr. medewerkers.; L. H. Hyman, Comparative Vertebrate Anatomy (Chicago 1942), 2nd ed.; A. Portmann, Einführung in die vergleichende Morphologie d.

Wirbeltiere (Basel 1948).

< >