Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 18-10-2023

NEW ENGLAND

betekenis & definitie

noemt men samenvattend zes staten in het N.O. der V.S.: Connecticut, Rhode Island, Massachusetts, Vermont, New Hampshire en Maine. De naam is afkomstig van John Smith, die ca 1614 deze kuststreken bezeilde.

Het gebied grenst in het O. en Z. aan de Atlantische Oceaan, in het W. aan de staat New York en in het N. aan Canada. Daar New England geen doorgangsgebied naar het W. was, bleven in deze streek de tradities uit de kolonistentijd lange tijd bewaard. De aard der immigranten (vnl. om hun godsdienst vervolgden) enerzijds en de geringe aandacht, die het moederland aan deze in zijn ogen weinig belovende koloniën besteedde anderzijds, deden New England een leidende rol spelen gedurende de Amerikaanse Revolutie. Ondanks het feit, dat na 1840 de oorspronkelijk zuiver Engelse bevolking aangevuld werd door golven immigranten uit andere delen van Europa (Ieren, Italianen) en uit het Frans sprekende deel van Canada, bleef New England tot de huidige dag een symbool voor het Amerikaanse conservatisme.Lit.: zie de afzonderl. staten; voorts: Am. Geogr. Society, New Englands Prospect 1933 (New York 1933); W.P.A., Here’s New England (Boston 1939); G. W. Seat on, What to see and do in New England (New York 1940); „New England”, d. d. uitgevers v. „Look” (Boston 1947); A. H.

Eaton, Handicrafts of New England (New York 1949); R. Peattic (ed.); The Friendly Mountains, Green, White and Adirondacks (New York 1949); Idem (ed.), The Berkshires, the Purple Hills (New York 1949); B. A. Botkin, A Treasury of New Engeland Folklore (New York 1949).

< >