Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 18-10-2023

NEIDHART VON REUENTAL

betekenis & definitie

een der beste en vruchtbaarste Duitse dichters uit de tijd van de Duitse minnezang, stamde uit een adellijk geslacht uit Beieren, maar woonde later in Oostenrijk. Hij dichtte tussen de jaren 1210 en 1250 en schiep een soort opgewekte, rhythmisch bevallige dansliederen, zomer- en winterliederen, die Lachmann met de naam van „hoofse dorpspoëzie” bestempelt, daar de dichter de wijze, waarop de boeren van zijn tijd (in navolging der ridders) de vrouwen het hof maken, op humoristische wijze beschrijft.

Altijd speelt de ridder tegenover de boeren de schone rol, vooral bij het vrouwelijk geslacht; blijkbaar zijn deze liederen in ridderlijke omgeving, waarschijnlijk aan het hof te Wenen voorgedragen.Bibl.: uitg. d. M. Haupt (1858, critisch, 2de dr. d. E. Wieszner 1923) en d. F.

Keinz (1889, 2de dr. 1910); Liederen, uitg. d. W. Schmieder (1930).

Lit.: A. Bielschowsky, Leben und Dichten Neidharts v. R. (Berlin 1891); S. Singer, Neidhartstudien (1920); J. F. Rabbinowitsch, Probleme der Neidhartforschung, diss.

Amsterdam (1928); H. W. Bornemann, N.-Probleme (1937); W. Weidmann, Studiën zur Entwicklung von N.’s Lyrik (1947).

< >