Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 18-10-2023

NATIONAAL PLAN

betekenis & definitie

(Voor begripsomschrijving, wettelijke basis en lit. lijst z planologie). Bij besluit van 3 Sept. 1942 is een nationaal plan voor Nederland in voorbereiding verklaard.

Blijkens publicaties is in de practijk vooralsnog niet zozeer sprake van één nationaal plan dan wel van diverse „facet”plannen voor een bepaald afzonderlijk belang. Blijkens publicaties van de Rijksdienst voor het Nationale Plan en de stukken, die bij de behandeling van de jaarlijkse rijksbegrotingen met de Staten-Generaal gewisseld worden, zijn o.m. in voorbereiding de volgende facetplannen:a. plan voor bescherming van bij uitstek voor de tuinbouw geschikte gronden;
b. plan voor bescherming van industrieterreinen op draagkrachtige bodem aan diep vaarwater;
c. plan voor het landschappelijk behoud van vacantie-recreatiegebieden;
d. plannen tot bescherming van natuurgebieden;
e. plan ter bescherming van historische vestingwerken;
f. plan voor recreatie te water;
g. toeristisch rijwielpadenschema;
h. plan tot bescherming van terpen en wierden in de provincies Groningen en Friesland.

Voorts is een partieel facetplan in voorbereiding ter bescherming van natuur en landschap in Zuid-Limburg. In een aantal gevallen is bezwaar gemaakt tegen voorgenomen werken wegens strijd met een in voorbereiding zijnd nationaal plan. Door de Rijksdienst voor het Nationale Plan is een verzameling van cartogrammen nopens de sociaaleconomische en geografische structuur van Nederland uitgegeven.

De Rijksdienst deed de volgende publicaties van grotere omvang verschijnen: Beschouwingen betreffende de wederopbouw der Noordzeebadplaatsen', J. Winsemius, Vestigingstendenzen van de Nederlandse nijverheid op grond van de Beroepstelling van 1930, dl I; De verspreiding van de bevolking in Nederland', Onderzoek naar de vacantiebesteding buiten de woonplaats in 1947; Doelmatige vacantie-accommodalie.

De Rijksdienst voor het Nationale Plan is belast met „de ruimtelijke ordening en de coördinatie van planologische maatregelen voor het gehele gebied des Rijks, zomede met het toezicht op de ruimtelijke ordening binnen het gebied der provincie en der gemeente en het onderzoek dat als grondslag houdende voor deze ordening zal dienen” (art. 1 van de wet tot voorlopige regeling inzake het Nationale Plan en de Streekplannen).

Lit.: W. B. Kloos, Het Nationaal Plan, proeve ener beschrijving der planologische ontwikkelingsmogelijkheden voor Neder land, diss., 2de herz. druk (Alphen a. d. R. 1949); F. Bakker Schut, Nationaal Plan en Streekplan, met inl. van dr J. P.

Fockema Andreae, uitg. Ver. v. Ned. Gemeenten, 2de dr. (’s-Gravenhage 1948); Het Nationale Plan, prae-adviezen uitgebr. voor de 20ste Monumentendag te Utrecht op 30 Oct. 1948, uitg. Ver. v. Ned.

Gem. (’s-Gravenhage 1948; prae-adviezen van J. Linthorst Homan, P. A. van der Drift en F. Bakker Schut); J. J. Talsma, Het Nationale Plan (’s-Gravenhage 1950), opgenomen in De Ned. Gemeente no 8, 24 Febr. 1950.

< >