naam van een oud Romeins geslacht (Mucia gens). Toen in 507 v. Chr.
Porsenna, koning der Etruriërs, Rome belegerde, begaf zich, volgens de sage, Gajus Mucius naar het vijandelijk kamp om de koning te doden, maar doorstak bij vergissing diens schrijver. Toen hij, voor de koning gebracht, met marteling bedreigd werd, stak hij, om te bewijzen dat hij niet vreesde voor folteringen, zijn hand in een offervuur en liet haar verbranden, waarop Porsenna uit bewondering voor zijn moed hem ongedeerd terugzond en, op de verzekering van Mucius dat hij door het lot als eerste was aangewezen uit 300 jonge mannen, die gezworen Hadden de koning te doden, vrede sloot met Rome. De senaat beloonde hem met een stuk grond aan de overzijde van de Tiber, dat volgens de aetiologische sage hierom de naam ontving van Mucia prata. Aan het verlies der rechterhand dankte hij de naam Scaevola (scaevus = links).Van de overige leden van het geslacht moeten in het bijzonder worden vermeld:
Publius Mucius Scaevola,
Romeins rechtsgeleerde uit de 2de eeuw v. Chr., consul in 133 v. Chr. en pontifex maximus, die met de praetor Marcus Iunius Brutus en Manius Manilius (consul in 149 v. Chr.) de grondslag legde voor het juscivile en in 121 v. Chr. aan Licinnia, de vrouw van Gaius Gracchus, advies gaf inzake terugvordering van haar dos.
Quintus Mucius Scaevola,
zoon van Publius (geb. ca 140 v. Chr.), consul in 95 v. Chr., eveneens pontifex maximus en in 98 voortreffelijk gouverneur van de provincie Asia, in 82 v. Chr. vermoord door de partijganger van Marius, Damasippus, een daad, die tot in verre geslachten werd gelaakt, wordt genoemd als de eerste Romeinse jurist die samenhang in het recht bracht door het gelijksoortige bijeen te zetten en het ongelijke te onderscheiden („generatim redigere”) en tevens definities op te stellen.
In de opzienbarende erfeniskwestie, de Causa curiana, stond hij in 93 v. Chr. als de grootste jurist van zijn tijd tegenover de welsprekendste advocaat L. Licinius Crassus, die met succes een vrijere uitlegging voorstond. Vermoedelijk onderging hij de invloed van Stoïsche leren die door Panaetius in Rome bekend werden.
Lit.: G. Lepointe, Q. M. Sc., t. I: Sa vie et son oeuvre jurid. (1926).
Quintus Mucius Scaevola,
de augur (geb. ca 161 v. Chr.), een neef van Publius Mucius, was consul in 117 v. Chr.
Lit.: Fritz Schulz, History of Roman Legal Science (Oxford 1946).