Amerikaans filosoof (Minsk, Rusland 1880 - New York 28 Jan. 1947), kwam op 12-jarige leeftijd met zijn ouders naar de V.S., studeerde exacte wetenschappen en wijsbegeerte (o.a. bij William James), en fungeerde als hoogleraar in laatstgenoemd vak bij het City college of New York en sinds 1938 aan de universiteit van Chicago. Zijn belangstelling ging uit zowel naar logische als naar ethisch-sociale problemen, en door deze laatste kwam hij ook tot beoefening der rechtsfilosofie, waartoe hij, mede geïnspireerd door Holmes, Pound, Frankfurter en Laski, belangrijke bijdragen leverde.
Zijn streven is bovenal geweest, zo voor het natuurwetenschappelijk als voor het ethisch-sociaal en juridisch denken, de positivistisch-concrete en logisch-abstracte zienswijzen tot een synthese te brengen, onder overweging dat geen positivistische beschrijving mogelijk is zonder een inslag van logica, en geen logische redenering zonder een inslag van feitelijk weten. In gelijke geest heeft hij bij de filosofen een nader doordringen in de vakgeleerdheid, bij de vakgeleerden een nader kennisnemen van de wijsbegeerte bepleit, en, bij beiden, een nauwere samenwerking. Zijn hoofdwerk, Reason and Nature, munt uit door heldere stijl en omvangrijke eruditie, en wordt algemeen beschouwd als een der beste wijsgerige inleidingen tot de wetenschappen en wetenschappelijke inleidingen tot de wijsbegeerte.PROF. MR I. KISCH
Bibl.: Reason and Nature (New York 1931); Law and the Social Order, Essays in Legal Philosophy (New York 1933); A Preface to Logic (London 1946); Korte uiteenzetting van rechtsfilosof. standpunt in My Philosophy of Law, credos of Sixteen American Scholars (Boston 1941); The Faith of a Liberal; The Meaning of Human History (1947) 5 An Introd. to Logic and Scientific Method (i934» 2nd ed. 1939) (met Ernest Nagel); A Source-book in Greek Science (1948, samen met J. E. Drabbin); A Dreamer’s Journey; Autobiography (Boston 1949).
Lit.: H. J. Laski, Morris Cohen’s Approach to legal philosophy in: Univ. of Chicago Law Review, XV (1948).
