Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 28-01-2023

Michel de KLERK

betekenis & definitie

Nederlands bouwmeester (Amsterdam 24 Nov. 1884 - 24 Nov. 1923), werd in de jaren na Wereldoorlog I beschouwd als de kernfiguur van wat men korte tijd de „Amsterdamse school” in de architectuur genoemd heeft.

Reeds als jongen, op een Amsterdams tekenbureau, verdiepte hij zijn — nog ongeweten — aanleg voor de architectuur, tot hij als tekenaar-opzichter bij de eerste bouwwerken betrokken werd. Hij ontwikkelde zich weldra tot een architect van bijzondere persoonlijkheid: dadelijk achter de versobering van Berlage aan verrees hij met een bouwkunst, die voor het eerst de schoonheid van een functionele en bewogen lijn vertoonde. Echter was in zijn werk de schoonheid primair. Hij bouwde: huizenblokken (Henr. Ronnerplein, Stalinlaan, Joh. Vermeerstraat te A’dam), de eerste bloemenveiling te Aalsmeer, div. landhuizen, het (vroegere) clubgebouw van De Hoop (Amstel, A’dam). Daarnevens maakte hij vele goede portretten en mistekeningen. Zijn vroege dood maakte meteen een einde aan wat men reeds meende dat een „school” was. Eén achtergelaten ontwerp slechts (bovenbouw voor een kerktoren te IJselstein) werd door andere hand ten uitvoer gelegd.

< >