(Eugène), Frans historicus (Château-Thierry 1861 - La Ferté-sous-Jouarre 22 Sept. 1932), ontving zijn opleiding o.a. te Athene, waar hij sinds 1894 leraar en 1904-1912 directeur was van de Franse school. In die tijd leidde hij verschillende opgravingen in Griekenland.
Aanvankelijk hoogleraar te Lyon werd hij dit in 1928 in de Griekse epigrafiek aan het Collège de France te Parijs. Hij was een der bekwaamste oudhistorici, die Frankrijk in de vorige generatie bezat.Bibl.: Strategos hupatos. Etude sur la traduction en grec du titre consulaire (Paris 1918); verschillende hoofdstukken in dl 8 v. d. Cambridge Ancient History (1930). Standaardwerk: Rome, la Grèce et les monarchies hellénistiques au Ille siècle av. J.-Chr. (Paris 1921); Verz. werken o.d. titel: Etudes d’épigraphie et d’histoire grecques, versch. 2 v. d. 5 dln (Paris 1938).
Lit. : S. Reinach, H., in : Revue archéologique 1932 II, 180/181 ; Jér. Garcopino, in: Rev. historique, dl 171 (1933), blz. 273-277.
