Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 28-01-2023

Matthijs de LA YENS

betekenis & definitie

een der voornaamste Brabantse bouwmeesters op het einde der Middeleeuwen (gest. Leuven 3 Dec. 1483), vestigde zich in 1445 te Leuven waar hij Jan Keldermans als stedelijk bouwmeester verving.

Hij leidde verder de bouw der St Pieterskerk en bouwde de Mechelse Poort weder op (1445). In 1447 leverde hij het houtwerk voor het stadhuis, dat onder zijn leiding in 1459 klaar kwam. In 1450 maakte hij het elegante tabernakel, dat thans nog in de St Pieterskerk prijkt; in 1452 een plan voor een doopkapel en voor het altaar van O.L. Vrouw in de St Leonarduskerk te Zoutleeuw. In 1455 leidde hij de werken van de St Sulpiciuskerk te Diest, van 1458 af die der St Waltrudiskerk te Berchem. In 1458 herstelde hij enkele delen der St Pieterskerk te Leuven, die door brand hadden geleden. In 1459 werd door hem de Lakenhalle voor haar nieuwe bestemming als universiteit verbouwd. In 1462 trok hij de toren van De Verloren Kost op te Leuven. In 1464 herstelde hij aldaar De Munt en in 1465 de Grote Sluizen. In 1467 werd hem de heropbouw van het koor van St Jacobs te Leuven toevertrouwd; in 1470 trok hij het koor op van O.L. Vrouw ten Poel te Tienen. Zijn laatste werk is het mooie gebouw van de Tafelronde te Leuven (begonnen 1481).

< >