Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 17-10-2024

Martin ANDERSEN NEXÖ

betekenis & definitie

Deens schrijver (Kopenhagen 26 Juni 1869), ging als kleine jongen naar Nexö op Bornholm, waar hij achtereenvolgens herdersknaap, schoenmakersleerling en metselaarsknecht werd. Een jonge arbeider, de schrijver Jacob Hansen, wekte zijn belangstelling voor maatschappelijke vraagstukken.

Door zucht naar kennis gedreven kwam hij op de volkshogeschool in Askov, waar hij medegesleept werd door het kameraadschappelijke leven. Daarna werd hij onderwijzer. Van 1894-1896 vertoefde hij in het Zuiden, in Italië en Spanje. Hij begon als realistisch schrijver en behandelde eerst de hopeloze strijd van het individu tegen innerlijke aanleg en omgeving. Skygger (Schaduwen, 1898), Det bödes der for (Er wordt voor geboet, 1899), En Moder (Een moeder, 1900), Familien Frank (1901). In Spanje zocht hij de arbeidersbuurten en kwam daar onder de indruk van de kameraadschappelijke geest en samenwerking, Soldage (Zonnedagen, 1903). Hij toont zijn nieuwe socialistische overtuiging in zijn hoofdwerk Pelle Erobreren (P. de veroveraar, 1906-1910), de ontwikkeling van een arbeidersaanvoerder, getekend tegen de achtergrond van de gehele arbeidersbeweging.

Een voortzetting hiervan is Morten hin røde (De rode M., 1945). Hitte Menneskebarn (D. mensenkind, 1917-1921) geeft de geschiedenis van het proletarische meisje van het land, voor alles moeder, dat in het moeilijke grotestadsleven verloren gaat. Mod Dagningen (Tegen het aanbreken van de dag, 1923) geeft reisherinneringen van een verblijf in Rusland. De schrijver voert hier propaganda voor het bolsjewisme en noemt zich een „revolutionnair proletariër”. Hij heeft een diep vertrouwen in de mensheid. Daarvan getuigen ook de vier delen van zijn autobiografie Et lille Krie (Een dreumes) 1936, Under aaben Himmel (Onder de blote hemel) 1936, For Lud og koldt Vand (Aan zijn lot overgelaten) 1937 en Vejs Ende (Het einde van de weg) 1939.DR P. M. BOER-DEN HOED

Lit.: K. Nicolaisen, M. Andersen Nexö (Kobnhavn 1919); H. Kautz, Die Welt des armen Mannes (1932).

< >