Deens dichter (Strøby Sogn, Stevns, 20 Aug. 1909), behandelde in zijn eerste romans de sociale verschuivingen in de boerenstand ten gevolge van de crisis na 1930. In zijn natuurbeschrijvingen toont hij zich een leerling van Joh.
V. Jensen*. Hij schrijft een kernachtig, zeer persoonlijk proza dat in de novelle het best tot zijn recht komt.Bibl.: Nu opgiver han (1935) 5 Koloniën (1937) 5 Jonatans Rejse (1941); Lykkelige Kristoffer (1945); Novellen: Tomebusken (De dodenstruik, 1947); Agerhønen (De patrijs, 1947); Tanker i en Skorsten (Gedachten in een schoorsteen, 1949); Løgneren (De leugenaar, 1950, radioroman).