Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 24-01-2022

Marcus aurelius

betekenis & definitie

Romeins keizer van 161 tot 180 n. Chr. (Rome 26 Apr. 121-Sirmium 17 Mrt 180 n.

Chr.), zoon van Annius Verus, werd op wens van Hadrianus wegens zijn voortreffelijke begaafdheden door Antoninus Pius* geadopteerd. Reeds als knaap had hij redenaars en filosofen tot leermeesters, nl.: Herodes Atticus, Cornelius Fronto (diens briefwisseling met den keizer is bewaard), Junius Rusticus. Gehuwd met Faustina, dochter van Antoninus, werd Aurelius reeds vroeg Caesar, in 161 keizer met de titel M. Aurelius Antoninus Augustus. Dadelijk maakte hij zijn adoptief-broeder tot mederegent (L. Aurelius Verus Augustus), die hem echter onwaardig was.Onmiddellijk werd Marcus Aurelius in beslag genomen door oorlogen in het Oosten, tegen Armenië (161-163), de Parthen (163-165) en Medië (165-166), met succes door Verus gevoerd. Gevaar voor invallen was afgewend, de hoofdsteden Artaxata (Armenië), Seleucia en Ktesiphon (Parthië) werden veroverd.

Doch reeds in 166 kwamen twee rampen: de pest (die de ganse regeringstijd bleef woeden, vermoedelijk uit het Oosten meegebracht) en een inval van de Marcomannen en Quaden, Germaanse stammen, in het Donaugebied. Marcus voerde met Verus zelf het opperbevel en behaalde de overwinning. In 169 stierf Verus op weg naar Italië. Marcus zette met afwisselend geluk de oorlog voort. In 173 werden de Marcomannen (die reeds tot Aquilea waren doorgedrongen) overwonnen, in 174 de Jazygen op de bevroren Donau, in 175 de Sarmaten. Volgens de sage was Marcus in 174 door de Quaden in het nauw gebracht, terwijl zijn leger van dorst dreigde om te komen, toen een geweldige regen, volgens sommigen op gebed van Christenen, lafenis bracht (het regenwonder). Maar een nadeel was, dat de keizer Germanen in zijn leger had moeten opnemen, wegens gebrek aan soldaten door de pest, en een overhaaste vrede moest sluiten, waarbij een deel van het grensgebied aan de Marcomannen kwam en andere Germaanse volken zich in de grenslanden, en zelfs in Italië, mochten vestigen.

De reden van die haast was een opstand van Marcus’ bevelhebber in het Oosten, Avidius Cassius. Marcus trok er heen met Faustina. Doch vóór zijn aankomst was Cassius reeds door de soldaten gedood. Marcus bleef nu in het Oosten en bezocht verschillende steden, o.a. Athene.

Op deze tocht stierf Faustina. In 177 keerde hij naar Rome terug, en nam zijn zoon Commodus, hem volkomen onwaardig, als mederegent aan. Maar in 178 riep een nieuwe opstand der Marcomannen hem naar het Noorden. Hij overwon, maar stierf in 180 te Sirmium.

Een ruiterstandbeeld op het Capitool en een overwinningszuil te Rome houden zijn nagedachtenis in ere, meer nog de roem, die uitstraalt van zijn wijsheid en zelfbeheersing. Zwak en dikwijls ziek, vervulde hij zijn plicht met ijzeren wilskracht. Provincies, financiën en rechtspraak bestuurde hij voortreffelijk. Hij was een „wijsgeer op de keizerstroon”, Stoïcijn naar leer en aanleg. Zijn eenvoudige levenswijsheid heeft hij neergelegd in Gesprekken met zichzelf, die bewaard zijn gebleven. Hij predikt er menselijkheid, plichtsbetrachting en berusting in: „de góden na te volgen, zo weinig mogelijk nodig te hebben, zovelen mogelijk goed te doen”.

PROF. DR D. COHEN

Lit.: E. Renan, Mare Aurèle et Ia fin du monde antique (7me éd. 1895); P. B. Watson, Marcus Aurelius Antoninus (1884); H. D. Sedgwick, M.

A., a biography (Yale 1921); U. v. Wilamowitz-M., Kaiser Marcus (Berlin 1931). Van de talrijke vertalingen van M. A.’s geschriften noemen wij: A. Farquharson, The Meditations of M. A-, tevens uitgave met comm. (Oxford 1944); Nederl. vertaling door dr A. van der Hegge Zijnen (zr M.

Costanza) in Philolog. Studiën (Leuven 1932) en door dr Nico van Suchtelen (Amsterdam 1938); vertaling van het 5de, 9de en 11de boek ook bij J. H. Leopold, Stoïsche wijsheid.