voluit Tiberius Claudius Herodes Atticus, gewoonlijk Herodes Atticus genoemd, Grieks redenaar en staatsman (101-177/8 n. Chr.), bekleedde verschillende ambten te Athene, Rome en in de provincies (125 archont te Athene, 143 consul te Rome).
Zijn grote rijkdom heeft hij met name besteed voor het bouwen van het Odeion te Athene, van een exedra en een waterleiding te Olympia en van een tempelgebied (Triopium) bij de Via Appia te Rome. Van zijn redevoeringen is slechts die Over de Staat bewaard, waarvan de echtheid wel eens wordt betwist. Hij was een overtuigd aanhanger van het Atticisme.Lit.: Vidal-Lablache, Hérode Atticus (1871).
Titus Pomponius ATTICUS, rijk Romeins eques (109-32 v. Chr.), die met alle partijen in vrede wilde leven en daarom 22 jaar te Athene (vandaar: Atticus) woonde. Hij gaf boeken van anderen uit en schreef zelf een liber annalis, waarin de overheden van elk jaar van Rome sinds de stichting van de stad, met haar geslacht en de gebeurtenissen tijdens haar regering, werden opgesomd. Ook stelde hij stambomen op voor aanzienlijke vrienden, dichtte verzen bij de beeltenissen van staatslieden (Imagines) en schreef in het Grieks een boek over het consulaat van Cicero, die hem als zijn besten vriend beschouwde; hun briefwisseling is bewaard (Ciceronis Epistularum ad Atticum libri X VI). C. Nepos vervaardigde zijn levensbeschrijving.
Lit.: G. Boissier, Cicéron et ses amis; Münzer, in: Hermes XL (1905); p 50 vlg. over de liber annalis.