Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 28-01-2023

Louise LABÉ

betekenis & definitie

bijgenaamd La Belle Cordière, Frans dichteres (Parcieux, Ain, 1526 - Lyon 25 Apr. 1566), was de dochter van een rijk Lyonnees burger Pierre Charly en wekte reeds vroeg door haar buitengewone schoonheid, haar kennis van Latijn, Grieks, Italiaans en Spaans en haar manhaftig karakter de bewondering van haar tijdgenoten. Zij trouwde met Ennemond Perrin, een rijk touwslager (vandaar haar bijnaam) en wijdde zich verder geheel en al aan de dichtkunst en muziek; haar huis werd de vergaderplaats van dichters, kunstenaars en geleerden.

Haar werk omvat een allegorie in proza Débat de la folie et de l'amour, die naar de inhoud aan Erasmus, naar de vorm aan Marot herinnert, 3 elegieën en 24 sonnetten. Haar poëzie is vrij van Platonische invloeden en van de gehele Oudheid vindt men er nauwelijks enkele namen in. Zij uit haar liefde ongedwongen en hartstochtelijk; men weet niet met zekerheid of die zich richtte tot de dichter O. de Magny.Bibl.: Œuvres de L.-L. Lionnoize (Lyon 1555); herhaaldelijk heruitg., o.a. d. P. Blanchemain (1875), d. Ch. Boy (1887, 2 dln), door J. Aynard (Les poètes lyonnais précurseurs de la Pléiade, 1924), door P. C. Boutens (Maastricht, 1928). Vert.: De sonnetten met de Franse tekst er naast d. P. C. Boutens (Maastricht 1924) ; Een nieuwe vertaling van de sonnetten bezorgde L. Indestege (Antwerpen 1945), die eveneens het Débat vertaalde onder de titel: Het Geschil tusschen dwaasheid en liefde (Antwerpen 1946).

Lit.: L. Feu gère, Les femmes poètes au XVIe siècle (1860); Inleiding van de ui tg. van Ch. Boy; A. Cartier, Les poésies de L. L. in: Rev. d’hist. litt. de la France (1894), die de door Boy gevonden biogr. gegevens aanvult; Giov. Tracconaglia, Une page de 1’hist. de l’italianisme à Lyon: à travers Ie „Canzoniere” de L. L. (Lodi 1917) ; F. Picco, Dame di Francia et poeti d’Italia (Genova 1921); S. P. Kouzonowski, L. L. (1925; ook in de Rev. de Pologne, 1924) ; D. O’Connor, L. L. Sa vie et son œuvre (Abbeville 1926) ; J. Larnac, L. L., la belle Cordière de Lyon (1934).

< >