Belgisch historicus van Franse afkomst (Parijs 12 Mrt 1800 Brussel 24 Dec. 1885), kwam in 1817 te Doornik wonen, waar hij een tijdlang drukker was, en werd in Juni 1819 klerk bij het stadsbestuur. Daar werd zijn belangstelling gewekt voor de archieven en historische bescheiden.
Hij wist de aandacht op zich te vestigen, en werd, door bemiddeling van een bevriend schepen, benoemd tot adjunct-archivaris te Brussel (Juni 1826). Hier liet hij zich eveneens van meet af aan gelden, zodat hem na de scheiding tussen Noord en Zuid, in April 1831 de leiding van het Algemeen Rijksarchief te Brussel werd toevertrouwd. Gedurende meer dan een halve eeuw arbeidde hij onvermoeid aan de organisatie en uitbouw van de centrale en locale archiefverzamelingen, zodat hij met reden als de organisator van het Belgische archiefwezen mag worden beschouwd. Op zijn initiatief werd bij ministerieel besluit van 17 juli 1834 besloten tot de publicatie van de archiefinventarissen, en, samen met baron de Reiffenberg, was hij de drijvende kracht tot het oprichten op 22 Juli 1834 van de Koninklijke Commissie voor Geschiedenis.
In Mei 1842 werd hij eveneens lid van de Koninklijke Academie van België. Hij was een verwoed werker: er verscheen bijna geen Bulletin van de Koninklijke Commissie en van de Academie zonder een bijdrage van zijn hand — een bronnenuitgave, een notitie, een verslag over zijn talloze reizen en naspeuringen in vreemde bibliotheken en archieven, enz. Daarnaast vond hij nog tijd en gelegenheid talrijke lijvige boekdelen te publiceren. Gachard, in de eerste plaats archivaris, heeft weinig historische studies geleverd (o.m. de heterogene Études et notices historiques), maar zich vooral beziggehouden met bronnenuitgaven.
De 16de eeuw heeft hem vooral aangetrokken. Men mag zeggen dat de wetenschappelijke studie van deze periode, in de geschiedenis der Nederlanden van zo vitaal belang, pas is mogelijk geworden na zijn baanbrekend werk. DR L. VOETBibl.: Voor de 16de eeuw: Relation des troubles de Gand sous Charles-Quint, suivie de 330 documents sur eet événement (1846);
Correspondance de Guillaume le Taciturne (6 dln., 1847-66); Correspondance de Philippe II sur les affaires des Pays-Bas (5 dln, 1848-’79); Retraite et mort de Charles-Quint au monastère de Yuste; lettres inédites (3 dln., 1854-5) ; Relations des ambassadeurs vénitiens sur Charles-Quint et Philippe II (1855); Correspondance de Charles-Quint et d’Adrien VI (1859) ; Actes des Etats-Généraux des Pays-Bas, 1576-1585 (2 dln, 1861-’66); Correspondance de Marguerite, duchesse de Parme, avec Philippe II (3 dln, I867-’8I). Voor de 17de eeuw: Actes des Etats-Généraux de 1600 (1879), de 1632 (2 dln, 1853-’66). Voor de 18de eeuw: Recueil des ordonnances des Pays-Bas autrichiens, 1700-1750 (6 dln, I86O-’87). Verder nog: Analectes Belgiques (1830); Collection de documents inédits concernant la Belgique (3 dln, I833-35); Collection des voyages des souverains des Pays-Bas (4 dln, 1874-’82); Les bibliothèques de Madrid et de l’Escurial. Notices et extraits des manuscrits qui concernent l’histoire de Belgique (1875); La Bibliothèque Nationale à Paris. Notices et extraits (2 dln; 1875-’77) ; Etudes et notices historiques concernant l’hist. des Pays-Bas (3 dln, 1890).
Lit.: J. Cuvelier, in: La Commission royale d’histoire 18431934. Livre jubilaire, blz. 114-133 (met uitvoerige bibliogr., van Gachard’s werken, volledig voor zover het de uitg. in de Kon. Commissie betreft); v.
Reumont in: Histor. Jahrb. dl 7 (1886), blz. 238-265.