geboren Revoil, Franse dichteres (Aix 15 Sept. 1810-Parijs 8 Mrt 1876). Heeft zeer veel geschreven en verkreeg met dit werk toegang tot verscheidene kranten en tijdschriften, verwierf tal van academische prijzen dank zij de invloed van Victor Cousin, professor, pair de France, minister.
Van haar talrijke andere amants noemen we hier Musset, omdat deze liaison haar de stof schonk voor Lui, roman contemporain (1859). Na een reis in Nederland gaf zij in datzelfde jaar uit: Promenades en Hollande. Maar haar betekenis voor de letterkunde ligt in haar verhouding (1846-1854) tot de romanschrijver Gustave Flaubert, omdat daaraan het ontstaan van enige delen van zijn hoofdwerk, nl. zijn Correspondance te danken is.DR R. WIARDA
Lit.: J. de Mestral-Combremont, La belle madame Colet, déesse des Romantiques (Paris 1913); R. Dumesnil, Gustave Flaubert, L’homme et l’œuvre (Paris 1932); Hélène Frejlich, Flaubert d’après sa correspondance (Paris 1933); Idem, Les Amants de Mantes, Flaubert et Louise Colet (Paris 1936); Gustave Flaubert, Correspondance (Paris 2e éd. 1926), premiers volumes; P. Valkhoff, Flaubert en L. C. in: Over Frankr.
Letterk. (1924); J. F. Jackson, L. G. et ses amis littéraires (Yale U.Pr. 1941).
