Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 18-10-2023

Lodewijk de VOCHT

betekenis & definitie

Vlaams componist (Antwerpen 21 Sept. 1887), studeerde aan het Conservatorium te Antwerpen, was dirigent van de Klassieke Concerten, kapelmeester in de Kathedraal te Antwerpen (1912), stichtte (1916) de koorzangvereniging Chorale Caecilia waarvan hij sindsdien dirigent is, werd leraar aan het Kon. Vlaams Conservatorium te Antwerpen (1920) en werd in 1921 aangesteld tot dirigent van de Nieuwe Concerten.

In 1935 werd hij benoemd tot directeur van de concerten van het Conservatorium en in 1944 (-1952) tot directeur van dezelfde instelling. Als dirigent heeft hij een faam verworven in binnen- en buitenland, o.m. door de uitvoeringen van klassiek en modern werk met zijn Caecilia-koor. In 1945 werd hij lid van de Belgische Academie.Werken: Orkestwerken: Avondschemering (1907); Pastorale (1907) ; Lentemorgen (1908); Herderswijzen (1908); Symphonie (1908) ; Meizangen (1911); In Ballingschap (1914); 8 symphonische gedichten, waaronder „Naar hoger licht” en „Vreugde” (1934); Concerto voor viool (1943), Concerto voor cello, concerto voor piano. Voor koor en orkest: Maria-kantate (1913); Heldenkantate (1922); Symphonie voor koren en slagwerk (1926); Volkenhulde (Wereldtentoonstelling Antwerpen) (1929); Symphonie voor groot orkest en koren (1933). Groot werk voor koren, soli en orkest (tekst B. Pelagian). Voor koor: 8 missen (waartussen „Herdersmis” (1951) en „Catacombenmis”); Cantica (verzameling hymna) (1938) ; Landelijke suite (gem. koor) (1932); Gezelle suite (id.) (1939) ; 50-tal koren voor gem. st. (waaronder „Staat” op tekst van A. Rodenbach en meerdere „Studies”); Lente symphonie (8 st. gem. k. en solokwartet (1942); Kerstnacht (8 st. gem. k. en soli) (1951).

Opera: Abel (Tekst A. Van de Velde). Klavier: 2 sonaten. Afzonderlijke instrumenten: werken voor orgel, baspijp, clarinet, Engelse Hoorn, enz. Vele liederen.

< >