Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 28-12-2022

Lieuwe annes BUMA

betekenis & definitie

Fries wetenschapsbeschermer (Woudsend 19 Nov. 1796 - Makkum 2 Mei 1876), was de zoon van een koopvaardijkapitein, studeerde in de letteren te Groningen en Leiden, promoveerde 4 Juni 1816 tot doctor in de wijsbegeerte en letteren en leefde daarna te Makkum geheel voor de studie, zonder veel geschriften uit te geven. Hij was zeer vermogend en zijn broer administreerde een hem behorende papierfabriek.

Dit aanzienlijk vermogen heeft hij bestemd voor wetenschappelijke instellingen, waaraan zijn naam verbonden blijft, te weten de Buma-bibliotheek te Leeuwarden, onder toezicht van Gedep. Staten, in hoofdzaak betrekking hebbend op de classieke talen (waarin ook zijn eigen boekerij) en een fonds tot het houden van prijsvragen: 1. jaarlijks voor een bibliografie van wat op het gebied der oude letteren verschijnt;
2. betreffende de landbouw.

Het totale bezit der B.-B. bestaat uit 21 230 werken (ca 31 000 delen). Hiertoe behoren ca 90 tijdschriften, verzamelingen, programma’s (over de 4000) en overdrukken (ca 800), ca 3000 dissertaties, terwijl, behalve de bovengenoemde particuliere boekerij van dr Buma, een speciale vermelding verdienen de separate collecties betreffende Aristophanes (van dr O. Bachmann, Frankfort a/d Oder); Aristoteles, Poëtica (van prof. dr A. Gudemann); Horatius; Iuvenalis en Persius (van prof. dr J.

J. Cornelissen, Leiden); Lucanus (van dr N. J. Singels, Utrecht).

Overeenkomstig de bedoeling van de stichter legt de B.-B. zich toe op het verwerven van nieuwere publicaties, niet van handschriften en oude drukken. Zij bezit dan ook slechts handschriften, die öf met een der collecties werden verworven (dictata in de coll.-Buma, brieven, studiemateriaal en ontwerpen in de coll.-Bachmann) óf door schenking zijn verkregen: een verzameling papieren van Adrianus Heringa, medicus en filoloog te Leeuwarden, gest. 1779 (waarbij brieven van zijn Amsterdamse collega Io. Steph. Bernard en van de Leidse Graecus David Ruhnkenius), alsmede vertalingen van Griekse en Latijnse dichters door dr C.

Deknatel. Groter is uiteraard het aantal oude drukken, tot de collecties behorend of in het overige bestand van de bibliotheek verspreid opgenomen. Een belangrijke aanvulling vormt de afzonderlijk opgestelde verzameling van meest 16de-18de-eeuwse tekstedities en werken over alle gebieden der Grieks-Romeinse Oudheid, afkomstig uit de bibliotheek van de voormalige Academie (later het Athenaeum) te Franeker (opgeheven in 1843), die tot 1934 in de Prov. Bibl. ondergebracht, bij de scheiding aan de B.-B. in blijvend bruikleen werden meegegeven (ca 2000 titels).

Voorts stichtte L. A. Buma nog twee beurzen voor Friezen, die een gymnasium bezoeken en twee voor de studie van Friese jongelui aan een Nederlandse universiteit.

B. L. HIJMANS

Lit.: Ned. Spectator, 1876 (over: De beoefening der klassieke letterkunde, naar aanleiding der vermaking van L. A. Buma); Sljucht en Rjucht, Frysk Wykbléd, 34e jrg. (1930), 213-220 (interview met dr Enk); Ned.

Bibliotheekgids, 3de dr. (1931); De Vrije Fries, Tijdschr. uitg. d. h. Friesch Genootschap v. Geschied-, Oudheid- en Taalkunde, 32ste dl (1934), 57-64 (R. Visscher, Iets over eenige huizen in de Groote Kerkstraat te Leeuwarden); British Univ.

Encycl., vol. XII: World’s Libraries and Librarians, p. 178.

< >