is de gewoonste vorm, waarin SiO2 in de natuur optreedt. Er zijn twee modificaties van bekend: hoog kwarts, ook wel 𝛽-kwarts genoemd, dat tussen 575 gr. en 870 gr.
C. gevormd is, en laag kwarts, of a-kwarts, dat onder 575 gr. C. ontstaat. Het hoge kwarts kristalliseert hexagonaal, het lage trigonaal. De in dieptegesteenten, bijv. graniet, en uitvloeiingsgesteenten, bijv. rhyoliet, optredende kwartskristallen zijn hoog kwarts. De fraaie bergkristallen, rookkwartsen en amethysten behoren tot het lage kwarts. Bij verhitting boven 575 Sr- C. gaat het lage kwarts in het hoge over, terwijl dit boven 870 gr. C. in hoge tridymiet</i> overgaat, die in de vorm van zeszijdige blaadjes optreedt.Op zijn beurt gaat dit hexagonale mineraal boven 1470 gr. G. in hoge cristoballiet over, een regulaire modificatie van SiO2. Uit het feit, dat in dieptegesteenten Si02 in de vorm van hoog kwarts optreedt, is afgeleid, dat de stollingstemperatuur dezer gesteenten onder 870 gr. C. ligt.
Van alle Si02-modificaties is laag kwarts het bekendste. Dit wordt gewoonlijk hydrothermaal gevormd en treedt veelal als gangkwarts op, een vulling van een spleet in een gesteente met kwarts. Door verwering en riviertransport ontstaan hieruit de witte en soms kleurloze, doorschijnende kiezelstenen. Naast het kleurloze bergkristal</i> onderscheidt men het donker grijs-bruine tot zwarte rookkwarts, de paarse amethyst</i> en de gele citrien. Al deze variëteiten zijn min of meer doorzichtig. Rosékwarts is gewoonlijk slechts doorschijnend, melkkwarts wit.
Daarnaast zijn talrijke kwartsvariëteiten met insluitsels van andere mineralen bekend. Kwartskattenoog is een gesteente, dat uit kwartskorrels bestaat, waarin vezelige hoornblende optreedt. In het blauwgrijze valkenoog zijn hoomblendevezels tussen kwartsstengels vergroeid; in het goudgele tot goudbruine tijgeroog</i> zijn de hoornblendevezels verweerd en wordt de kleur door limoniet veroorzaakt. Praseem is een donkergroen kwartsgesteente met talrijke, in alle richtingen georiënteerde naaldjes van een aktinoliet, een variëteit van hoornblende.
Jaspis en hoornsteen zijn fijnkorrelige kwartsaggregaten, die allerlei insluitsels bevatten, waardoor zij ondoorschijnend zijn. Veelal zijn zij grijs en bruin gekleurd. Plasma is een groen, ondoorschijnend kwartsgesteente. Ook calcedon, een vezelig kwartsgesteente, behoort tot de familie der kwartsen. Agaat is een gelaagde variëteit van calcedon.
PROF. DR B. G. ESCHER.