(Le Havre de Grâce), havenstad in het Franse departement Seine-Inférieure, na Marseille de belangrijkste handelshaven van Frankrijk, ligt, beschermd door Kaap de la Hève, aan de noordzijde van de Seine-monding, aan de voet van het krijtplateau en aan de Westerspoorweg. De stad, die (1946) 106 934 inw. telt, bezit de kerken Notre Dame en St-François, beide uit de 16de 17de eeuw, het museum, het stadhuis, de grote schouwburg (1844), het Paleis van Justitie (1876) en de Beurs (1880).
In Wereldoorlog II werd de stad zwaar beschadigd: de Notre Dame, het museum, het stadhuis en de schouwburg werden verwoest, evenals de havenwijken en de haven.Le Havre heeft sinds 1919 een 12 m diepe en 285 ha grote getijhaven (Bassin de Marée). Verder heeft men er droogdokken, grote opslagplaatsen en laad- en loskranen. Het 25 km lange Kanaal van Tancarville maakt voor rivierschepen het rechtstreeks verkeer van de Seine met de havenbassins mogelijk. Le Havre heeft een belangrijke beurs en termijnmarkten voor katoen en koffie. Belangrijk zijn ook de passagiersdiensten op Southampton, de Antillen, Zuid-Amerika en vooral op de V.S.
Voorts telt de stad tal van industrieën, die met de haven verband houden.
Tot 1516 bestond hier slechts een vissersdorp met een kapel, de Chapelle de Grâce. Onder Frans I begon daar admiraal Bonnivetin 1517 de aanleg der haven (ter vervanging van de verzande haven van Harfleur*) en der stad, die hij tegen de Engelsen versterkte, wat ook door Hendrik II en Lodewijk XIII geschiedde. Onder Lodewijk XIV bevond zich er een grote citadel, bekend door verschillende vergeefse bombardementen der Engelsen (vooral in 1694). Ook onder Lodewijk XVI en Napoleon I werden de haven en de stad uitgebreid. In 1854 werden de vestingwerken geslecht. Ca 1850 werden delen van Graville en Sanvic bij de stad getrokken; thans breidt deze zich vooral in de richting van Harfleur uit.
Het ten W. van de stad gelegen St Adresse is een badplaats. Le Havre is de geboortestad van de dichters Bernardin de Saint Pierre, Casimir Delavigne, Madeleine de Scudéry en van de palaeograaf Léon Gautier. In Wereldoorlog II werd het op 12 Sept. ’44 door de Canadezen heroverd.
Lit.: O. Fratzcr, Le Havre. Ein wirtschaftsgeogr. betriebswirtschaftsl. Untersuchung (1929); E. Spalikowski, Le Havre (1934).