Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 17-10-2024

Laurens REAEL

betekenis & definitie

(sinds 1625) ridder, koloniaal bewindsman en diplomaat (Amsterdam 22 Oct. 1583 - 21 Oct. 1637), zoon van de volgende, promoveerde te Leiden in 1608 tot doctor juris. In Mei 1611 vertrok hij naar Indië als commandeur over 4 schepen der Ver.

Oost-Indische Compagnie en kwam een jaar later via Bantam in de Molukken aan, waar hij vrijwel zijn gehele diensttijd zou blijven. G.-G. Both benoemde hem in 1613 tot gouverneur van Ternate en gaf hem zitting in de Raad van Indië. Na de dood van Both’s opvolger, Reynst, koos de Raad van Indië Reael tot G.-G. (19 Juni 1616). Hij nam die benoeming voorlopig aan, maar deelde in zijn eerste schrijven aan de bewindhebbers mede, dat hij de salariëring voor een dergelijk verantwoordelijk ambt onvoldoende achtte en het daarom, liefst zo spoedig mogelijk, aan een ander zou overdragen. Hij noemde enkele geschikte candidaten, onder welke de jonge J.

P. Coen. Heren-XVII benoemden deze en verleenden Reael ontslag; zij deden dit te eerder, omdat zij het met zijn beleid en beginselen niet eens waren. Zo wilde Reael niet met wapengeweld tegen de Engelse concurrenten optreden, tenzij de bewindhebbers hem dit speciaal gelastten en dus de verantwoordelijkheid op zich namen. Ook t.a.v. de behandeling der inheemsen bestond er verschil van opvatting: Reael en diens vriend, Steven van der Haghen, spraken openlijk hun afkeuring uit over de wijze, waarop de Compagnie omsprong met de belangen en rechten der bevolking. Het duurde evenwel nog tot Mrt 1619 eer Reael het hoge ambt aan Coen kon overdragen. De belangrijkste feiten uit zijn regeerperiode zijn de strijd tegen de Spanjaarden in de baai van Manila in 1617, de strijd tegen Mataram en de verwoesting van Japara in 1618.Wegens zijn sympathie voor de Remonstranten kwam Reael na zijn terugkeer aanvankelijk niet in aanmerking voor enigerlei openbaar ambt, maar na het optreden van Frederik Hendrik kwam hierin verandering. Deze benoemde hem in 1625 tot vice-admiraal ener vloot, die, in samenwerking met de Engelsen, de Spanjaarden moest bestrijden. Hij kreeg nu ook zitting in het college der bewindhebbers. Van Nov. 1626 tot Juni ’27 voerde hij als admiraal het bevel over een tweede actie tegen de Spanjaarden. Eind 1627 vertrok hij als gezant der Staten-Generaal met een geheime opdracht naar Denemarken. Hij vervulde daarop verschillende belangrijke functies in het Gemeentebestuur van Amsterdam, was enige malen voorzitter van het college der XVII en maakte deel uit van de Muider Kring. Ook maakte hij naam als dichter en als succesvol beoefenaar van de studie der natuurwetenschappen en der zeevaartkunde.

DR F. W. STAPEL

Lit.: H. Winkel-Rauws, Ned.-Engelse samenwerking in de Spaanse wateren, 1625-1627, diss. Groningen (1946).

< >