Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 28-01-2023

KWANG-TOENG

betekenis & definitie

is de belangrijkste Zuidchinese provincie met een oppervlakte van 221 220 km2 en (1943) 31819 490 inw. De provincie strekt zich met een 1300 km lange, sterk gelede kustlijn uit van de Golf van Tonkin, langs de Zuidchinese Zee tot aan de Straat van Formosa en wordt begrensd door Vietnam en de provincies Kwang-si, Hoe-nan, Kiang-si en Foe-kien.

Voor de kust, tegenover het schiereiland van Lei-tsjou ligt het eiland Hai-nan en aan weerszijden van de monden van de Cantonrivier bevinden zich enige punten in vreemde handen, nl. ten O. het schiereiland Kowloon met het eiland Hong-kong (Brits) en ten W. Macao (Portugees).De provincie wordt ingenomen door parallel met de kust verlopende bergketens, die doorsneden worden door de Si-kiang in het midden en de Han-kiang in het O. De Han-kiang verbindt Kwangtoeng met Foe-kien, de Si-kiang is de toegangsweg tot Kwang-si. De voornaamste verkeersweg vormt evenwel de Pei-kiang met zijn vele zijrivieren en mondingen (Ganton-rivier). De Mei-ling-pas leidt van het hoge dal van de Pei-kiang naar Kiang-si, de Tse-lingpas naar Hoe-nan.

De hoofdstad Canton is het zuidelijke eindpunt van de spoorlijn en autoweg naar Centraal- en Noord-China. De bevolking is zeer sterk geconcentreerd in de rivierdalen en deltagebieden, die zeer vruchtbaar zijn, in tegenstelling tot de graniet- en zandsteengebergten, die relatief dun bevolkt zijn. De meeste inwoners zijn Cantonezen, alleen de in de oostelijke delen woonachtige Chinezen spreken het dialect van Foe-kien. In de hogere gebieden leven nog enige afzonderlijke bevolkingsgroepen.

De gelijkmatigheid van de regenval en van de hoge temperatuur maakt twee oogsten van rijst en een van vruchten of groenten per jaar mogelijk van eenzelfde stuk heuvelterrasland. Dit zijn dan ook de voornaamste gewassen, die (met één oogst per jaar, wegens gebrek aan water) ook verbouwd worden op het bevloeide laagland. Nochtans is de rijstproductie onvoldoende en moet dit hoofdvoedingsmiddel ingevoerd worden. Verdere producten zijn: thee suiker, tabak, sinaasappelen, bananen, enz. De moerbeibomen leveren hier 6 à 7 oogsten per jaar en maken Kwang-toeng tot de belangrijkste zijdeproducerende provincie van China. Hout komt thans alleen nog uit de noordelijke delen van de provincie; bamboe, zout en vis zijn producten van de kustgebieden.

Na Canton zijn de belangrijkste steden: Swatou, Nam-hoi, Tsjou-wan, Sam-sjoei, Ka-yingtsjou, Pak-hoi.

Kwang-toeng kwam eerst in de 14de eeuw als zodanig onder de centrale Chinese Ming-dynastie. Sedert 1757 was de provincie het Chinese contact-centrum voor de handel met vreemde landen, die practisch geheel via Canton ging. In 1842 werd Hong-kong, in 1860 Kowloon aan de Britten afgestaan. Macao kwam in 1887 aan Portugal en Kwang-tsjou-wan was van 1896-1946 Frans bezit. Als reactie op het keizerlijke bewind ontstond hier een sterk nationalisme, dat in de revolutie van 1911 en de oprichting van de Kwomin-tang in 1912 een uitweg vond. De Japanners bezettende provincie in 1938, in Wereldoorlog II werd er veel strijd geleverd en in 1944 en 1945 waren er belangrijke Amerikaanse luchtbases gevestigd. De troepen van de communistische volksregering bezetten de provincie in het najaar van 1949, het eiland Hai-nan viel in Apr. 1950 in hun handen.

< >