Duits psycholoog (Berlijn 18Mrt 1886 - Northampton, Mass., 22 Nov. 1941), doceerde te Giessen sinds 1911, waar hij in 1919 hoogleraar werd, sinds 1924 in de V.S., o.a. te Chicago, te Wisconsin en aan het Smith-College, Northampton, Mass. (sinds 1927), en was in 1939/ 1940 verbonden aan het Nuffield-College te Oxford. Koffka is met M.
Wertheimer en W. Kohier grondlegger van de „Gestaltepsychologie” en heeft deze beschouwingswijze in het bijzonder op het gebied van de psychologische ontwikkeling van het jonge kind toegepast.Bibl.: Zur Analyse der Vorstellungen und ihrer Gesetze (1912); Die Grundlagen der psych. Entwicklung (1921, 21925); The Principles of Gestalt Psychology (1935).
Lit.: B. Petermann, Die Wertheimer-Koffka-Köhlersche Gestalttheorie (1929); W. Eisen, K. K., in: Brit. Jrnl of Psychology XXX (1943).
Moïssy KOGAN
Russisch-Joods beeldhouwer (Orgjejeff, Bessarabie, 12 Mei 1879 - Duitsland tussen 1942 en 1944), studeerde eerst chemie te München, maar wijdde zich sedert 1903 aan de beeldhouwkunst. In 1905 vertrok hij naar Parijs waar hij o.a. in contact kwam met Rodin. Behalve in Frankrijk werkte hij in Duitsland, Zwitserland en Nederland (1924/’26 en 1935-’36). In Wereldoorlog II week hij uit naar Parijs, waar hij door de bezettende Duitse macht werd opgespoord en weggevoerd. In gevangenschap is hij omgekomen. Zijn werk, meest kleine vrouwenfiguren, in terracotta uitgevoerd, stond in het begin onder invloed van het expressionnisme. In zijn later werk zocht hij naar een zuiver harmonische schoonheid, waarbij hij er naar streefde in klassieke vormen de psyche der vrouw uit te beelden. Deze opvatting spreekt ook uit zijn prenten (meest houtsneden) en kunstnaaldwerken. Daarnaast heeft hij enkele penningen vervaardigd.
Lit.: J. Engelman, M. K., Vrije Bladen, JgXII (1934), no 11.