Duits journalist en politicus (Berlijn 14 Mei 1867 - München 21 Febr. 1919), zoon van een Joods fabrikant, kwam in 1899 als redacteur bij de sociaal-democratische „Vorwärts” in Berlijn. Hij was een voorstander van het revisionisme van Bernstein.
Moeilijkheden leidden in 1905 tot zijn ontslag. In de jaren daarop maakte hij zich bekend als feuilletonist. Hij vestigde zich in München.In de loop van Wereldoorlog I ontwikkelde Eisner zich tot een militante pacifist. Hij was er van overtuigd, dat de Duitse machthebbers de oorlog hadden veroorzaakt. In Jan. 1918 zette hij munitie-arbeiders in München tot staking aan. Gearresteerd, werd hij in Oct. 1918, vlak voor het einde van de oorlog, weer vrijgelaten. Spoedig nam hij de leiding van de revolutie in München op zich. Hij werd minister-president van de revolutionnaire Beierse regering, maar zijn plannen waren eigenlijk gematigd. Hij zette echter veel kwaad bloed, omdat hij documenten uitgaf, waaruit moest blijken, dat Duitsland alleen schuld aan de oorlog had. Waarschijnlijk wilde hij daarmee gunstiger vredesvoorwaarden voor het nieuwe, republikeinse Duitsland trachten te verkrijgen, maar de kwestie leidde tot een conflict met de socialisten in Berlijn. In Febr. 1919 wilde Eisner met zijn regering aftreden, toen hij door de jonge graaf Arco-Valley werd vermoord. Zijn dood leidde tot de proclamatie van een Radenrepubliek, radicaler dan zijn eigen bedoeling geweest was.
j. R. EVENHUIS
Bibl.: Wilhelm Liebknecht. Sein Leben und Wirken (1900); Taggeist. Culturglossen (1901); Das Ende des Reichs. Deutschland und Preuszen im Zeitalter der groszen Revolution (1907); Gesammelte Schriften I—II (1919).
Lit.: F. Feschenbach, Der Revolutionär Kurt Eisner (1929 ).