industriestad in het Westduitse Land Noord-Rijnland - Westfalen met (1951) 172225 inw. (1939: 170200; 1945: 145 580), v.w. 75 pct R.K., 20 pct Evang. en 5 pct andersdenkenden, ligt op een belangrijk spoorwegkruispunt naar M. Gladbach, Kleef, Duisburg en Düsseldorf.
De stad Krefeld werd in 1929 vergroot met Uerdingen en andere dorpsgemeenten. De oppervlakte werd daardoor van 48 km2 tot 112 km2 vergroot. De stad heeft o.m. een school voor textielindustrie. De voornaamste takken van nijverheid zijn: zijde-(spinnerijen, weverijen, ververijen, appreturen), metaal-, suiker-, olie- en chemische industrie. De Rijnhaven dateert uit 1906.GESCHIEDENIS
Krefeld werd in oorkonden het eerst in 1166 en later als een door keizer Karel IV met een markt begiftigd en in 1373 met stedelijke rechten bedeeld bezit van de graven van Meurs meermalen vermeld. Na het uitsterven van deze graven viel de stad met het graafschap Meurs (Duits: Mors) ten deel aan prins Maurits van Oranje-Nassau en aan diens erfgenamen. In 1702 werd het het eigendom van de koning van Pruisen. Tot aan de 18de eeuw was het een onbetekenend plaatsje, maar het bloeide op door de vestiging van de zijde-industrie, waarin de Nederlandse familie Van der Leyen een groot aandeel had. In het tijdvak 1698-1760 moest de stad herhaaldelijk worden uitgelegd. Van 1794-1814 stond Krefeld onder Franse heerschappij. In Wereldoorlog II werd de binnenstad voor 75 pct verwoest.
