Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 28-01-2023

KOORTS

betekenis & definitie

(febris, van het Latijnse woord fervere, dat gloeien betekent) is een ziekelijke verandering in de algemene toestand van het organisme, waarbij door middel van de thermometrie een verhoging van de lichaamstemperatuur is vast te stellen. Het complex van verschijnselen, dat als koorts wordt aangeduid, was reeds lang voordat de thermometer in de geneeskunde werd toegepast bekend en al vroeg sprak men van gele koorts, anderdaagse koorts, zwartwaterkoorts enz.

Tijdens koorts is de warmteregulatie van het lichaam ingesteld op een hoger niveau dan normaal. Tot zekere hoogte is dit waarschijnlijk een doelmatige reactie, omdat bij hogere temperatuur het verweer tegen allerlei schadelijke invloeden, vooral tegen infectiekiemen, krachtiger is. Anderzijds stoort de koorts meestal het welbevinden en de eetlust in sterke mate, zodat onvoldoende voedsel wordt opgenomen, terwijl het verbruik juist verhoogd is, want de stofwisseling is intensiever, de ademhaling sneller, de werking van het hart krachtiger. Langdurige, sterk schommelende of hoge koortsen leiden dan ook tot uitputting. Koortsende zieken hebben vaak hoofdpijn en zijn overgevoelig voor prikkels. Bij hoge koorts ontstaan menigmaal onrust, angst en verwardheid (delier).

Meestal is koorts het gevolg van een infectie. Wij kennen echter ook een aseptische koorts, ten gevolge van de resorptie van bepaalde afbraakstoffen in het bloed, bijv. bij een grote bloeduitstorting in de weefsels, bij verbrijzeling van een lichaamsdeel of bij het verval van een groot gezwel. Ook steriele eiwitten, vaccins, zwavelsuspensies in olie, terpentijn en vele andere stoffen verwekken koorts als zij onder de huid, in de spieren of in een ader worden ingespoten. Een letsel van bepaalde delen der hersenen (zgn. warmtesteek) leidt tot koorts door prikkeling van het warmtecentrum in de middenhersenen.

Niet elke verhoging van de lichaamstemperatuur is koorts. Er zijn omstandigheden, waarin de lichaamstemperatuur van gezonde mensen te hoog wordt doordat er meer warmte wordt geproduceerd dan in dezelfde tijd kan worden afgestaan aan de omgeving, bijv. bij zware arbeid in een zeer warm en vochtig vertrek. Men spreekt dan van warmtestuwing. De oorzaak van zulk een temperatuurverhoging ligt niet in een veranderde instelling van de temperatuursregeling, maar in uitwendige factoren, die de warmte-afgifte belemmeren. De lichaamstemperatuur wordt dan normaal zodra die belemmering wegvalt. Koorts daarentegen is in wezen het gevolg van een inwendige verandering, al kan men er door uitwendige omstandigheden (bijv. koude baden) invloed op uitoefenen.

Een nauwkeurige registratie van de koorts is van grote betekenis gebleken voor de herkenning van vele ziekten. Het begin van de koorts, de duur, de grootte der dagelijkse schommelingen, de wijze waarop de koorts afneemt of eventueel terugkeert, zijn menigmaal kenmerkend voor een bepaalde ziekte (bijv. malaria, buiktyphus, croupeuze longontsteking, brucellosis, febris recurrens). Het best meet men 3 of 4 maal daags, steeds op dezelfde tijden, de temperatuur door de koortsthermometer tot even voorbij het kwikbolletje in te brengen in het rectum en af te lezen na 5 minuten, gedurende welke tijd de meter liefst moet worden vastgehouden. De uitkomsten tekent men aan op een lijst, waarop tevens de polsfrequentie, de ademhaling en andere gegevens kunnen worden vermeld. Zo verkrijgt men koortskrommen, die niet alleen voor de herkenning der ziekte, maar ook voor de beoordeling van de ernst en het ziekteverloop een onschatbare waarde kunnen hebben.

De temperatuur kan ook worden gemeten in de okselholte, die dan gedurende 15 minuten goed gesloten dient te blijven, terwijl men in sanatoria en lighallen nogal eens meet onder de tong, omdat de kleren dan niet behoeven te worden losgemaakt. In het algemeen is de rectale temperatuur (5 min.) 0.4-0.5 gr. C. hoger dan de oksel temperatuur (15 min.) en ongeveer even hoog als de mondtemperatuur.

Bij gezonde mensen, die rustig te bed liggen, komt de okseltemperatuur zelden boven 37 gr. C. en de rectale temperatuur zelden boven 37.5 gr. De dagelijkse schommelingen zijn kleiner dan 1 gr. C.; het minimum wordt gewoonlijk bereikt ’s nachts tussen 1 en 4 uur, het maximum tussen 16 en 18 uur. Bij vrouwen is de temperatuur gedurende het laatste deel van de menstruele cyclus (max. 16 dagen) 0.3-0.5 gr.C. hoger dan gedurende het eerste deel. Dit hangt samen met de rijping en loslating van een eicel (ovulatie) en de vorming van een zgn. corpus luteum (geel lichaam) in de eierstokken. Tijdens de zwangerschap ligt de temperatuur van de vrouw voortdurend op een iets hoger niveau. Onmiddellijk na de maaltijden en na inspanning kan de temperatuur ook iets verhoogd zijn; hiermee moet dus rekening worden gehouden.

Men spreekt van subfebriele temperatuur als er een geringe verhoging is (onder 38 gr. C.), van hoge koorts als de ochtendtemperatuur 39.5 gr. C. of de avondtemperatuur 40.5 gr. C. overtreft. Zijn de dagschommelingen kleiner dan 1 gr. C. en ligt de temperatuur steeds boven 38 gr. C., dan heet dit een aanhoudende koorts of febris continuo. Met remitterende koorts bedoelt men een koorts met dagschommelingen van meer dan 1 gr., waarbij het laagste punt van de dagcurve de norm niet bereikt. Is dit wel het geval en worden koortstoppen dus afgewisseld met normale temperaturen, dan spreekt men van intermitterende koorts. Zelden is de temperatuur tijdens koorts ’s morgens het hoogst en ’s avonds het laagst: typus inversus. Is de koorts geheel onregelmatig dan wordt zij wel febris erratica genoemd. Stijgt de temperatuur boven 42 gr. C. dan is er sprake van hyperpyrexie, een gevaarlijke toestand, die meestal gepaard gaat met versuftheid of delier en die energiek moet worden bestreden. De ernstigste graden van hyperpyrexie komen voor bij hersenletsels, tetanus en bij het hyperpyretische gewrichtsrheuma. Afkoelende baden zijn vaak het enige middel om de hyperpyrexie te bedwingen. De hoogste temperatuur, die ooit met zekerheid bij de mens werd vastgesteld, bedroeg 49.9 gr. C.

Aan vele koortskrommen laten zich duidelijk drie gedeelten onderscheiden: de eerste periode, waarin de koorts oploopt (stadium incrementi), een periode van meer of minder hoge koorts (stadium acmes of fastigium) en de periode van terugkeer tot een normale temperatuur (stadium decrementi). Als een hoge koorts plotseling begint en de temperatuur dus snel oploopt, gaat dit meestal gepaard met een koude rilling, die zo hevig kan zijn dat het bed er van schudt (koude koorts); de huid is bleek, koud en droog. De rillingen berusten op spiercontracties, waarbij veel warmte wordt ontwikkeld, terwijl langs de bleke, met weinig bloed doorstroomde huid weinig warmte wordt afgestaan. Bij jonge kinderen geeft een snelle temperatuurstijging nogal eens aanleiding tot stuipen. Sommige ziekten plegen plotseling te beginnen met een koude rilling en hoge koorts bijv. croupeuze pneumonie en erysipelas, voor andere ziekten is juist een geleidelijk oplopen van de temperatuur karakteristiek bijv. typhus abdominalis. Ook de daling van de koorts kan op verschillende wijzen geschieden. Een snelle, zgn. critische daling (z crisis) gaat vergezeld van en wordt mede veroorzaakt door zeer sterk zweten. Een lytische daling of lysis strekt zich over enkele of verscheidene dagen uit, waarbij men soms eerst een toeneming der dagelijkse temperatuurschommelingen kan opmerken. Vooral bij malaria zijn de verschijnselen, die samengaan met snelle stijgingen en dalingen der lichaamstemperatuur, goed waarneembaar.

Daar de koorts een uiting is van het verweer van het organisme tegen infectiekiemen, toxines en dergelijke, heeft het meestal weinig zin haar te onderdrukken, tenzij men tevens de oorzaak kan bestrijden. Het streven van de arts is er derhalve op gericht de oorzaak van de koorts op te sporen en hiertegen zijn behandeling te richten, bijv. door een etterophoping te verwijderen, een infectie met de passende chemotherapeutica of antibiotica te attaqueren, door salicyl te geven bij acuut gewrichtsrheuma enz. Als echter de oorzakelijke behandeling niet mogelijk is of onvoldoende resultaat heeft, kan een behandeling van de koorts als zodanig noodzakelijk worden vanwege de onaangename verschijnselen die haar begeleiden en vanwege de uitputting, die zij teweegbrengt. Voor deze symptomatische behandeling beschikt men over tal van koortswerende middelen (antipyretica), zoals salicylzuurverbindingen, antipyrine, phenacetine, pyramidon, kinine enz.

Geleerd door de ervaring, dat sommige met hoge koorts gepaard gaande ziekten een gunstige invloed konden uitoefenen op andere ziekten, is men de koorts ook als geneesmiddel gaan toepassen: koortstherapie. Zo heeft von Wagnerjauregg de stoot gegeven tot de behandeling van dementia paralytica met malariakoorts, terwijl o.a. bij chronisch gewrichtsrheuma en bij asthma bronchiale wel eens met goed gevolg gebruik wordt gemaakt van andere koortsverwekkende middelen.

DR. H J. VIERSMA

Koortskruiden zijn in de regel bittere kruiden, die, als thee afgetrokken, vooral in de volksgeneeskunst toepassing vinden. In de 4de uitgave der Nederlandse Pharmacopee was een voorschrift voor koortskruiden (Species amarae) opgenomen, dat luidt: 10 delen Oranjeschil, 10 delen Kalmoeswortel, 20 delen Alsemtoppen, 20 delen Drieblad en 40 delen Gezegend Distelkruid.

< >