Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 28-12-2022

Konrad CELTIS

betekenis & definitie

Duits humanist en dichter (Wipfeld bij Schweinfurt 1 Febr. 1459 - Wenen 4 Febr. 1508), heette eigenlijk Pickel en noemde zich later ook Protucius of bevorderaar der letterkunde. Hij studeerde in Leipzig, Erfurt en Heidelberg, waar hij vriendschappelijk omging met Agricola.

Na diens dood (1485) begaf hij zich weer naar Erfurt, werd magister en gaf te Leipzig colleges over oude talen en dichtkunst. Hier schreef hij in 1486 zijn: Ars versificandi et carminum, een geschrift, dat zo algemeen bewonderd werd, dat keizer Frederik III hem 18 Apr. 1487 de lauwerkrans schonk. Na vele reizen werd hij te Ingolstadt leraar, in 1497 hoogleraar te Wenen. In 1498 ondernam hij weder een grote reis naar Lijfland en Lapland, en bewoog bij zijn terugkeer te Wenen keizer Maximiliaan er toe, een „Collegium poeticum” te stichten.

Celtis heeft onderscheiden nieuwe takken van wetenschap aan de Duitse academies ingevoerd, de taal gezuiverd, als dichter vooral door zijn oden uitgeblonken en over het geheel voor de verspreiding van het humanisme grote verdienste verworven. Als beoefenaar der geschiedenis heeft hij belangrijke schatten aan het licht gebracht, zoals de „Tabula Peutingeriana” (een Oudromeinse landkaart), enz. Van zijn geschriften noemen wij: De origine, situ, moribus et institutie Nurimbergae libellus en Carminum libri IV (1502). Verder is hij de ontdekker en uitgever van de werken van Hrotsvitha von Gandersheim (1501).

Celtis’ geestige epigrammen (uitgave Berlin 1881) werden o.a. door Lessing gebruikt.Lit.: Fr. v. Bezold, Celtis, der deutsche Erzhumanist (1918); L. Fors ter, Selections from Conrad C. (ed. with transl. and commentary) (Cambr. U.P. 1948).

< >