Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 28-01-2023

KOEMANEN

betekenis & definitie

of Komanen, verdwenen Turks volk, dat zichzelf Kiptsjak noemde, van ca 1050-1239 ten N. van de Zwarte Zee, van Donau en Karpaten tot de Wolga, woonde en door de Russen, voor wie het een voortdurende bedreiging vormde, Polowtsy werd genoemd. De nomadenstaat der Koemanen werd in de 13de eeuw door de invasie der Mongolen vernietigd.

Resten van het volk kwamen terecht in Egypte, Hongarije en Bulgarije, waar hun vorsten vaak een belangrijke rol speelden; de als slaaf naar Egypte verkochte Baibars (1260-1277) stichtte daar zelfs een Mamloekendynastie. In Bulgarije hadden zij tot in de 17de eeuw afzonderlijke rechten. Hun taal, een in Hongarije in de 18de eeuw uitgestorven Oostturks dialect, is bewaard gebleven in de Codex cumanicus (uitgeg. door Géza Kuun, Boedapest 1880), door Petrarca aan de bibliotheek te Venetië geschonken. De naam Kiptsjak, vermoedelijk de oorspronkelijke naam van de tegenwoordige Kirgiezensteppe, wordt ook gebruikt voor het rijk van de Gouden Horde.Lit.: W. Radloff, Das türkische Sprachmaterial im Codex Cumanicus (1887, Mém. de l’Ac. des Sciences de Pétersbourg, XXXV, 6); W. Bang, Zur Kritik d. Codex Cumanicus (Löwen 1910); J. Marquart, Das Volkstum der Kumanen (1913, Abhandlungen der Ak. der Wiss. zu Göttingen, Phil.-hist. Klasse N. F. XIII); Kossanyi, Zur Gesch. der Ugen und Kumanen (1924); A. Bruce Boswell, The Kipchak Turks (Slav. Rev. VI 1927/28).

< >