Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 28-01-2023

KEURING van voedingsmiddelen

betekenis & definitie

geschiedt van overheidswege ten behoeve van de volksgezondheid en van de eerlijkheid in de handel op basis van de Warenwet (1921) en de Vleeskeuringswet (1921). Zij betreft alleen levensmiddelen, voor binnenlands gebruik bestemd.

De keuring van vlees is in hoofdzaak een preventieve controle, d.w.z. alle vlees wordt gekeurd voor het in de handel komt. Daartoe wordt onder leiding van veeartsen alle slachtvee vóór de slacht en na de slacht onderzocht aan stedelijke abattoirs, of waar die niet zijn, bij slagers of boeren. Alleen het deugdelijke wordt, van stempels voorzien, voor de handel toegelaten. Bij deze preventieve controle sluit aan een repressieve contrôle door ambtenaren van de Vleeskeuringsdienst, of alle in de handel aangetroffen vlees gestempeld is, in goede staat verkeert en zindelijk behandeld wordt. Gekeurd wordt het vlees van runderen, varkens, schapen, geiten en eenhoevigen (vooral paarden). De op het deugdelijke vlees aangebrachte stempels zijn violet voor rundvlees, varkensvlees en schapenvlees, rood voor dat van de andere slachtdieren.

De keuring van vlees van slachtdieren is preventief ingericht, omdat de gevaren voor de gezondheid van het eten van slecht vlees bijzonder groot zijn. Voor alle andere levensmiddelen wordt met een eenvoudige repressieve controle volstaan, die is opgedragen aan de Keuringsdiensten van Waren, d.w.z. de keuring geschiedt van de waren die reeds in de handel zijn en die bij inspectie van fabrieken, pakhuizen, markten, winkels, enz. worden aangetroffen. Het toezicht bereikt dus niet alle waar, de controle beperkt zich tot „steekproeven”. Dit geldt ook voor het toezicht op vis, wild, konijnen, pluimvee en eieren. Deskundig repressief toezicht blijkt hier voldoende om gevaar voor de volksgezondheid te voorkomen.

Het werk geschiedt onder leiding van scheikundigen, bijgestaan door practijkdeskundigen (keurmeesters) voor de verschillende groepen van waren (zuivel, brood, kruidenierswaren, ijs, wild, vis, enz.) De waar wordt ter plaatse beoordeeld en zo nodig in het laboratorium onderzocht. Eis is voor natuurproducten dat zij echt zijn en voldoende zuiver, voor fabrikaten dat zij normale samenstelling hebben, en voor alles dat het in goede toestand verkeert. De op verpakte waar voorkomende opgaaf omtrent hoeveelheid van de inhoud moet juist zijn.

Naast de hier beschreven keuringen staan die, welke voor bepaalde producten worden uitgevoerd ter vaststelling van handelskwaliteit en ter wering van misbruiken, hetzij van overheidswege of coöperatief, en die ook of zelfs in hoofdzaak export-artikelen betreffen, speciaal boter, kaas, tuinbouwproducten.

IR J. STRAUB

Lit.: H. D. Steenbergen, Bestrijding van bedriegerij en knoeierij met koopwaren in Nederland (1940); W. Luxwolda en K. Reitsma, Practische Vleeskeuring (1937).

< >