Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 28-01-2023

KEUPRULU

betekenis & definitie

naam van een familie, waaruit in de tweede helft der 17de eeuw verscheidene Turkse grootviziers zijn voortgekomen, die het rijk in tijden van tegenspoed grote diensten hebben bewezen.

Keuprulu Mehmed (1583 - Adrianopel 31 Oct. 1661) werd in 1656 grootvizier en streefde niet zonder succes naar het herstel van de Osmaanse weerbaarheid. Hij begon de oorlog tegen Venetië (zeeslag in de Dardanellen, 1657), en wist de Venetianen verscheidene eilanden te ontnemen. Ook veroverde hij Zevenburgen en deed veel voor de bevestiging van de rijksgrenzen. Bekwaamheid, gestrengheid en onkreukbaarheid kenmerkten hem.

Keuprulu Ahmed (1635-30 Oct. 1676), zoon van de voorgaande. Zijn voornaamste werk als grootvizier (1661-1676) was de verovering van Kreta, die in 1669 voltooid werd, gevolgd door een vrede met Venetië. Hij verloor de slag bij St Gotthard in Hongarije tegen Montecucculi in 1664 en die bij Chotin tegen Johan III Sobieski van Polen, in 1673. Hij geldt als een nog bekwamer staatsman dan zijn vader.

Keuprulu Moestafa (1637 - 19 Aug. 1691), broeder van de voorgaande. Hij regelde als grootvizier (1689-1691) de geldzaken des rijks en voerde voorspoedig oorlog in Hongarije. Hij sneuvelde in de slag van Salem Kernen tegen de Oostenrijkers, nadat hij voor de Osmanen Belgrado weder veroverd had.

Keuprulu Hoesein, Amdjazade (gest. 22 Sept. 1702), broederszoon van Mehmed. Zijn eerste regeringsdaad als grootvizier (1697-1702) was het sluiten van de vrede van Carlovitz (169g), waarbij Turkije Hongarije aan Oostenrijk verloor. Daarna wist hij orde in de ontredderde staatsaangelegenheden te scheppen.

< >