Baron (6 Jan. 1602 - Coevorden 12 Aug. 1675), de verdediger van Groningen in 1672, was afkomstig uit Bohemen, vanwaar hij met Frederik van de Palts wegens zijn Protestantisme de wijk had moeten nemen. Hij leerde de krijgskunst onder Maurits en Frederik Hendrik en onderscheidde zich o.a. bij het beleg van ’s-Hertogenbosch (1629).
Na de vrede van Munster volgde hij de landgraaf van Hessen Cassel naar diens gebied. Toen in 1672 de oorlog met de bisschop van Munster voor de deur stond, riepen de Staten van Stad en Lande hem naar de Republiek terug en droegen hem de verdediging der stad Groningen op (beleg 21 Juli-27 Aug.). Nadat Rabenhaupt de vijand gedwongen had het beleg op te breken, ging hij aanvallenderwijze te werk en verdreef hem uit onderscheidene plaatsen zowel in de Ommelanden als in Drente en Twente; op 30 Dec. 1672 werd Coevorden hernomen, van waaruit Rabenhaupt met grote waakzaamheid de Munstersen nog een vol jaar lang moest blijven bestrijden. De Staten-Generaal erkenden zijn verdiensten door Rabenhaupt te benoemen tot Drost van Drente en Gouverneur van Coevorden.Lit.: J. S. Theissen, „Voor Vryheidt ende Vaderlandt”, Stad en Lande in 1672 (Groningen 1922).