stichter van de theïstische sekte der Kabïrpanthis (Benares 1440- Maghar bij Gorakhpur 1518), werd volgens de traditie door zijn moeder, een Brahmanenweduwe, te Benares te vondeling gelegd en door een Mohammedaans wever Niru gevonden en in diens godsdienst opgevoed. Hij oefende het beroep van wever uit.
Later echter kwam hij onder invloed van Hindoeïstische leringen. Als zijn voornaamste leermeester wordt Ramananda genoemd,een religieus hervormer, die grote invloed bezat vooral in het N. van Indië en wiens vrije opvattingen omtrent kaste sterk afweken van de orthodox-Hindoeïstische leringen. Doordat Kabir, uitgaande van de Mohammedaansmystieke leringen van het Soefisme, een verzoening trachtte tot stand te brengen tussen het Mohammedanisme en het Hindoeïsme, kwam hij in strijd met de rechtzinnige aanhangers van beide godsdiensten, zodat hij door de toenmalige keizer, Sikandar Lodi (1489-1517), uit Benares verbannen werd en als rondtrekkend prediker zijn leerstellingen verkondigde. Zijn gedachten, waaruit grote liefde voor al het levende spreekt, heeft hij vastgelegd in vele verzen. Deze zijn in het Hindi geschreven en genieten onder alle Hindoes een grote populariteit, ofschoon de authenticiteit van vele sterk in twijfel dient te worden getrokken. Sterk keert Kabir zich tegen beeldendienst en op grond van de gelijkheid van alle mensen verwerpt hij met kracht het kastenstelsel.
De schepping verklaart hij uit de macht van het woord (shabda = logos) Gods. Grote nadruk legt hij op innerlijke vroomheid. Onder zijn volgelingen, die ongeveer een millioen tellen, vindt men zowel Hindoes als Mohammedanen. Dezen vereren hem als een incarnatie Gods, ondanks het feit, dat hij zelf het leerstuk omtrent bijzondere goddelijke incarnatie ten stelligste verworpen heeft. Zijn leringen hebben grote invloed uitgeoefend en verscheidene sekten in het leven geroepen. De belangrijkste is de sekte der Sikhs, gesticht door Guru Nanak.Lit.: G. H. Westcott, Kabir and the Kabir Panth (Cawnpore 1917) , J. N. Farquhar, An Outline of the Religious Literature of
India (Oxford 1920); R. G. Bhandarkar, Vaisnavism, Saivism and Minor Religious Systems (Strassburg 1913); Eng. vert. van de „Bijak” door Prem Chand (Calcutta 1911); R. Tagore, One hundred Poems of Kabir (London 1913).