Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 05-01-2022

Benares

betekenis & definitie

(1) eertijds koninkrijk in VoorIndië, waarvan wordt gezegd dat het ca 1200 v. Chr. door Kas Raja werd gesticht.

Het maakte later deel uit van het rijk Kanauj, dat in 1193 A.D. door Mahomed van Ghor veroverd werd. Na de val in 1599 van de Pathandynastie was het een deel van het rijk van den Groot-Mogol. Wanneer dit rijk uiteenvalt maakt Safdar Jang, de vorst van Oudh, zich meester van dit gebied. Zijn kleinzoon moet het in 1775 aan de Engelse Oostindische Compagnie afstaan.(2),sinds 1911 Voorindisch vorstendom; oppervlakte 2265 km2 met een bevolking van ca 400 000 zielen. Met het vorstendom Rampoer vormde het de residentie Gwalior van het voormalige Britsindische rijk.

(3), divisie van de Verenigde Provincies van Agra en Oudh van het voormalige Britsindische rijk, thans deel uitmakende van het dominium India. De divisie omvatte de districten Benares, Mirzapoer, Jaunpoer, Ghazipoer en Ballia; oppervlakte 16575 km2-

(4) district in de gelijknamige onderafdeling van de Verenigde Provincies van Agra en Oudh van het voormalige Britsindische rijk. Het strekt zich uit langs de beide oevers van de Ganges en heeft een oppervlakte van 2610 km2. De Ganges, de Karamnasa, de Goemti en de Barna doorstromen het district. Het klimaat is koel in de winter, maar de zomers zijn zeer warm. Over het algemeen vrij vlak met talrijke diep in de kalk ingesneden ravijnen. De bodem bestaat uit klei of zavelgrond en is zeer vruchtbaar behalve in het Oesargebied. Landbouw is het hoofdmiddel van bestaan; de voornaamste producten zijn gerst, rijst, tarwe en andere broodgranen, peulvruchten, suikerriet, papavers (opium).

Het zuidelijk deel van het district wordt doorsneden door de hoofdlijn van de East Indian Railway met een zijtak naar de stad Benares. De Oudh- en Rohilkhand-spoorweg verbindt de hoofdstad met het noordelijk deel, terwijl de stad eveneens aangedaan wordt door de Bengalen en N.W. spoorweg.

(5) de hoofdstad van de gelijknamige divisie van de Verenigde Provincies van Agra en Oudh. Benares (eigenlijk Vardnasi, d.i. „in het bezit van het water”) telde in 1941: 263 100 inw. De inlandse naam is „Kasi”, naar de volksstam der „Kasis”, die zich tussen 1400 en 1000 v. Chr. daar ter plaatse in het dal van de Ganges neerzette. De stad is een van de oudste van de wereld; de oorspronkelijke ligging was ongeveer 5 km ten N. van de huidige stad, daar waar nu Sarnath ligt. De Boeddha (Sakya Muni), komende uit Gaya, trok in de 6de eeuw vóór onze jaartelling naar Sarnath om daar zijn leer te verkondigen.

Hueng Tsjang, de beroemde Chinese pelgrim, die Benares in de 7de eeuw n. Chr. bezocht, vermeldt dat er toen 30 Boeddhistische kloosters waren en ongeveer 3000 monniken, benevens 100 Hindoetempels. Nu is het Boeddhisme uit dit gebied verdwenen en is de stad de heilige plaats voor de Hindoes. Benares ligt aan een bocht van de Ganges; de stad ligt aan de buitenzijde van de rivierbocht op de noordelijke oever, die hoger is dan de zuidelijke oever. Aldus is een natuurlijk amphitheater ontstaan, dat naar de opkomende zon gekeerd is en zeer waarschijnlijk een plaats voor primitieve zonaanbidding is geweest. De stad, die zich over een lengte van meer dan 6 km langs de stroom uitstrekt, die hier 540 a 780 m breed is, biedt van de rivier af een schitterend panorama van gebouwen in een mengeling van Oosterse stijlen, waarboven de minaretten van de Aurangzebmoskee uitrijzen.

De gehele oever is van stenen trappen voorzien, met vele, soms fraai geornamenteerde ghats of steigers, door vrome pelgrims gebouwd. Het aantal pelgrims, dat er uit alle delen van Indië samenvloeit, om te offeren en de voorgeschreven afwassingen in de Ganges te verrichten, beliep voorheen dagelijks 10000 en klimt ook thans nog op hoge feesten tot honderdduizenden. Iedere bedevaartganger heeft 15 dagen nodig om de plechtigheden te volbrengen, die hem zuiveren van alle zonden. De trappen, waarlangs men van de hoge oever naar de rivier afdaalt, zijn zelfs op het brandende middaguur bezet met groepen van mannen, vrouwen en kinderen, die er de reiniging verrichten of hun kruiken vullen met water van de heilige stroom. Dit water wordt over geheel VoorIndië verspreid; de verzending is een belangrijke tak van bedrijf geworden. Bij de Marnikarnikaghat is de put, waarvan gezegd wordt dat deze door Vishnoe gegraven is en gevuld werd door zijn zweet. Vele pelgrims baden in het water van deze bron, die met de Ganges in verbinding staat.

Ondanks de fraaie aanblik van de rivier onderscheidt de architectuur van de gebouwen zich hoegenaamd niet. Het valt op, dat de Aurangzebmoskee gebouwd werd in het centrum van de Hindoewijk. Andere te noemen gebouwen zijn de Gouden Tempel (Bisjeswar of de Heer der Wereld), niet zozeer door schoonheid opvallend als wel dat het de heiligste plaats is in deze heilige stad. De Doergattempel dateert uit de 17de eeuw. Hoog boven het Man Mandil verheft zich de in 1693 op last van Raja Jai Singh gebouwde sterrenwacht. Benares is tevens de stad van de Hindoeïstische geleerdheid; sedert 1916 is er een Hindoeuniversiteit.

De Europese wijk ligt in het W. van de stad, aan de beide oevers van de Barna. Hier in de voorstad Sigra zijn de voornaamste zendingsinstituten gevestigd.

De stad wordt door een 90 km lange weg omgeven, zodanig dat deze zich niet verder dan 12 km er van verwijdert. Ieder, die binnen dit gebiedsterft, wordt (onverschillig welke godsdienst of kaste) in de schoot van de godheid opgenomen. Deze weg te mogen betreden is de vurigste wens van eiken Hindoe. Woont hij in Benares dan moet hij toch eens per jaar deze weg bewandelen om zich van onreinheid en zonde schoon te wassen.

Sedert Apr. 1776 bevindt zich de stad in handen van de Engelsen. In 1194 werd Benares door Mohammed Ghori ingenomen. 600 Jaar lang bleef zij in het bezit van de Mohammedanen, die de Hindoetempels verwoestten. Nadien was Benares in de macht van de Nowabs van Oudh. De stad drijft een uitgebreide handel met het omliggende gebied door middel van spoor- en waterweg. De Oudh- en Rohilkhand-spoorweg en de East Indian Railway kruisen hier elkaar. Zij is een der grootste en rijkste marktplaatsen van het Oosten en een van de stapelplaatsen voor Dekan en het binnenland van Hindoestan.

Diamanten, parels en andere edelgesteenten, sjaals, specerijen en reukwerken worden uit vele oorden aangevoerd. Er is een belangrijke handel in suiker, salpeter, indigo en geweven stoffen. In de stad zelf vervaardigt men zijden en fijne wollen stoffen, sjaals, met goud en zilver doorweven goederen, goud- en zilverwerk, gelakt speelgoed enz. Het bronswerk, dat eens de roem uitmaakte, is thans vrijwel geheel te gronde gegaan. H. A. BOMER

< >