Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 04-07-2022

Jona

betekenis & definitie

(1, Hebreeuws: duif), profeet en een zoon van Amitthai, was afkomstig uit de stad Gath-chefer op het stamgebied van Zebulon; hij leefde nog vóór de regering van Jerobeam II (ca 800 v. Chr.).

Volgens het Oudtestamentisch verhaal moest de profeet, op last van Jahwe, als boetprediker naar Ninevé gaan, doch werd onderweg, toen hij naar Tarsis vlood, door een storm overvallen, door de zeelieden over boord geworpen en door een groot zeedier opgeslokt, dat hem 3 dagen en 3 nachten in zijn buik hield en daarna uitspuwde op het land. Ten tweede malen naar Ninevé gezonden, verkondigde hij aan deze stad haar ondergang, indien de inwoners zich niet bekeerden. Laatstgenoemden echter deden boete en bleven behouden. Volgens nieuwere onderzoekers behoort het boek, dat de naam Jona draagt en onder de zgn. Kleine Profeten is opgenomen, tot een veel latere tijd (ca 300 v. Chr.); zijn inhoud heeft de strekking om aan te tonen dat Gods almacht en goedheid zich ook aan de heidenen betoont.De in de herinnering van het volk nog steeds voortlevende profeet Jona en de in 612 verwoeste grote Stad Ninevé zijn voor de schrijver de dragers geworden van het verhaal, waarvan het motief van de vis of draak als een beeld het dodenrijk ook onder andere oude Volken verhaald werd. De psalm van Jona 2 : 3-10 is een danklied, dat in het boek Jona is ingevoegd. Het lied werd waarschijnlijk in de voorhof des tempels gezongen.

Lit.: H. Schmidt, Jona (1907); L. G. Stollberg, Jona (1927); A. Gans, Jona, de profeet op de vlucht voor God (Leiden 1948); G. C. Aalders, The Problem of the Book of Jonah (London 1948); G. von Rad, Der Prophet Jona (Nürnberg 1950).

(2), Rabbi of Jona Ibn Ganach, in het Arabisch Aboelwalid Merwan Ibn Djannach geheten, grootste taalkundige van het Hebreeuws in de Middeleeuwen (Cordoba ca 990 - Saragossa ca 1050), studeerde te Lucena en woonde later te Saragossa. Hij was van beroep geneesheer, maar wijdde zich geheel aan het wetenschappelijk onderzoek der Hebreeuwse taal. Hij schreef zijn werken in het Arabisch. Het bekendste (Het boek der nauwkeurige nasporingen) is in 1875-1886 uitgegeven. Ook de Hebreeuwse vertaling er van is in druk verschenen, van het eerste deel van dit werk in 1855, van het tweede in 1897. De overige geschriften van Rabbi Jona zijn in 1880 uitgegeven door Derenbourg onder de titel Opuscules et traités d’Abou’l Walid.

< >