of Wierus (Wiër, Weyer, Wyer enz.), Nederlands humanist, bekend als bestrijder van de heksenwaan en de heksenprocessen (Grave 1515 - Tecklenburg bij Osnabrück 24 Febr. 1588), zoon van een koopman, ging school te ’s-Hertogenbosch, genoot te Antwerpen en Bonn onderwijs van Henricus Cornelius Agrippa ab Nettesheym (i530-’34), die een tegenstander was der heksenprocessen, studeerde medicijnen te Parijs sinds 1534, promoveerde te Orleans in 1537, werd in 1545 stadsgeneesheer van Arnhem en — na inmiddels een aanhanger geworden te zijn der Reformatie — in 1550 lijfarts van hertog Willem III van Gulik en Kleef; naast hem werd in 1578 zijn zoon Galenus tot hertogelijk lijfarts benoemd. Hij publiceerde in 1563 een werk „over de begoochelingen der demonen, de bezweringen en de gifmengerijen”, waarin hij te velde trekt tegen de in zijn tijd algemeen verbreide heksenwaan.
Van verschillende zijden werd hij bestreden, o.a. door Jean Bodin, koning Jacobus I van Engeland en Martinus Antonius Del Rio, terwijl o.a. Friedrich von Spee en Balthasar Bekker op zijn arbeid voortbouwden. Werken van zijn hand op medisch gebied kenmerken zich door grote ervaring, systematisch onderzoek, hechte redenering en door toepassing van een daaruit voortspruitende doelbewuste therapie.
Bibl.: De praestagiis daemonum et incantationibus ac veneficiis libri V (Basileae 1563, 3de dr. zes boeken 1566, laatste dr. 1583, Fr. vert. 1569-1 579, herdr. 1885, Duitse vert. 1565, 1566, 1567, 1576, 1586); De lamiis liber, met: De commentitiis iciuniis (1577); Medicarum observationum rararum liber unus (Basileae 1567, herdr. Amstelodami 1657, Duitse vert.: Artzney Buch 1580, 1583, 1588); Opera omnia, uitg. d. Petrus Montanus (Amstelodami 1660).
Lit.: C. Binz, Doctor J. Weyer (Stuttgart 1885, 2de dr. Berlin 1896); L. Dooren, Doctor J. W., leven en werken, diss. Utrecht (1940).