eigenlijk Johannes Heynlin geheten, voorloper van het humanisme in Duitsland (Stein bij Pforzheim 1430? Bazel 12 Mrt 1496), was de leermeester van Reuchlin, Agricola en Sebastiaan Brant. Hoewel streng kerkelijk scholasticus, streefde hij naar hervorming van het wetenschappelijk en godsdienstig leven van zijn tijd op de grondslag van de oude Kerk.
Als vertegenwoordiger der realistische richting en voorvechter van de oude weg nam hij levendig deel aan het universiteitsleven vnl. te Parijs, waar hij lid der Sorbonne en sedert 1469 rector der Universiteit was. Met medewerking van G. Fichet voerde hij in 1470 de boekdrukkunst te Parijs in. In 1476 hielp hij mede aan de stichting der universiteit te Tübingen. Sedert 1474 trad hij op als prediker van naam in Zuid-Duitsland en Zwitserland. In 1487 trad hij in het Kartuizer-klooster te Bazel, waaraan hij zijn kostbare bibliotheek schonk.
Hij schreef scherpzinnige commentaren op Aristoteles, twee tractaten over logica, talrijke academische verhandelingen en oraties en gaf vele werken, vnl. van kerkelijke schrijvers, uit. Ook zijn preken zijn bewaard gebleven.