Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 18-10-2023

Joast Hiddes HALBERTSMA

betekenis & definitie

Fries taal- en letterkundige (Grouw 23 Oct. 1789 Deventer 27 Febr. 1869), studeerde aan de kweekschool der Doopsgezinden en het athenaeum illustre te Amsterdam; vooral de professoren Van Swinden en Koopmans hadden invloed op hem. In 1814 werd hij Doopsgezind predikant te Bolsward, in 1822 te Deventer tot 1856; gedurende de laatste jaren van zijn leven wijdde hij zich geheel aan de taalstudie.

Hij was meer filoloog dan predikant. Als filoloog is hij, onder invloed van Grimm*, vnl. de romantische richting toegedaan. Het einddoel van zijn studie was een Latijns-Fries woordenboek, dat echter zo grootscheeps werd opgezet, dat hij het met geen mogelijkheid kon voltooien; zijn zoon gaf na zijn dood het eerste deel (van A-Feer) uit (Deventer 1872). Hij vertaalde het evangelie van Mattheus in het Fries, nam het initiatief tot een spellingregeling en tot de stichting van een kabinet van oudheden. Hij was ook Fries schrijver; dit laatste vooral in samenwerking met zijn broer Eeltsje; soms werkte ook de derde broer Tsjalling mee.Bibl.: Hulde aan Gijsbert Japiks, 2 dln (1824-’27); Rimen en Teltsjes (1868-’71), meermalen herdr.

Lit.: E. Verwijs, Joost Hiddes Halbertsma (Ned. Spectator 1869); W. Eekhoff, Voorlezing over het leven van Dr. Justus Hiddes Halbertsma (De vrije Fries 1873); Ph. van Blom, Dr. J.H.

Halbertsma. Forjit my net (1879); Herm. Hylkema, Dr. Justus Hiddes Halbertsma (Haarlem 1919); G. A. Wumkes, Bodders yn de Fryske striid (Boalsert 1926); H. de Buck, De studie van het Middelnederlandsch tot in het midden der negentiende eeuw (Groningen 1931); P.

A. Jongsma, Dr J. H., een bijdrage tot de kennis van zijn persoon, zijn denkbeelden en zijn arbeid, proefschr., Sneek (1933), m. lijst v. geschriften en aant. v. J. H.; J. H.

Brouwer, J. H. H., Fries taalkundige (Assen 1941).

< >