ook Johannes Willemsz, Nederlands cartograaf (23 Sept. 1596 28 Dec. 1673), oudste zoon van Willem Janszoon, was diens opvolger in de boeken kaartenhandel en tevens een bekwaam rechtsgeleerde. In 1651 werd hij schepen en raad van Amsterdam.
Hij behaalde grote roem door een nieuwe uitgave van de Atlas van zijn vader, die onder zijn bewerking, met de titel Atlas major s. cosmographia blauiana (1650, 1662), een omvang verkreeg van 14 foliodelen. Voorts gaf hij in 1649 uit: Novum ac magnum theatrum urbium Belgicae. De Ned. uitgave, nog in 1649 verschenen, droeg de titel: Tooneel der steden van de Vereenigde Nederlanden en van 's Konings Nederlanden. Tevens drukte hij een aantal andere belangrijke werken, zoals: Cicero’s Orationes (3 dln). Ook vervaardigde hij kopergravures en stadsgezichten van België, Italië, Savoye en Piemont. Hij verwierf zó grote roem, dat Gustaaf Adolf van Zweden hem tot zijn drukker benoemde.
Zijn drukkerij, te Amsterdam eerst op de Bloemgracht en later achter de Nieuwe Kerk geplaatst, telde negen persen, naar de negen Muzen genoemd. Zij werd 23 Febr. 1672 door brand verwoest, waarbij een groot gedeelte van de Atlas en van de Stede boeken, alsmede van de koperen platen verloren ging. Het weinige, dat gered werd, is later in handen gekomen van de Amsterdamse boekhandelaar Gerard Hulst van Keulen. De zaak werd in 1682 opnieuw geopend door zijn zonen Pieter en Joan en tot 1700 voortgezet.
