Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 05-01-2022

Jeremy bentham

betekenis & definitie

Brits rechtsgeleerde (Londen 15 Februari 1748 - 6 Juni 1832), was de zoon van een beroemd advocaat en toonde zelf zulk een grote aanleg, dat hij reeds op dertienjarige leeftijd naar de hogeschool te Oxford werd gezonden en in 1766 de graad van Master of Arts verkreeg. Als advocaat te Londen gevestigd, had hij weldra een drukke praktijk, maar hij verkreeg daarbij zulk een treurige ervaring van de gebrekkigheid der Engelse rechtsbedeling, dat hij zijn loopbaan vaarwel zeide, om zich voortaan allereerst bezig te houden met wijsbegeerte en wetenschappelijke staats- en rechtstheorie en met het voorstellen van vele practische, en ook wel onpractische, hervormingen.

Hij vertoont een verbinding van extreem rationalisme in de zin van de Verlichting met empirisme en wilde de consequenties hiervan onverschrokken op de practijk van wetgeving en regering toepassen. Hij was de voornaamste vertegenwoordiger van de filosofische richting van het utilitarisme en kwam tot het ideaal, ,,het grootste geluk voor het grootste aantal” als richtsnoer bij zijn pogingen tot hervorming en systematisering der wetgeving (z ethiek). Deze filosofie heeft grote invloed op de economie uitgeoefend (Ricardo, Mi 11). Hij ziet in het vrijhandelstelsel het grootste geluk der volken, richt zich evenzeer tegen tolbelemmeringen als tegen de woekerwetten en spreekt zich voor volledige economische vrijheid uit. Doch zijn filosofisch richtsnoer dwingt hem niet zelden, af te wijken van het zuivere liberale doctrinarisme, vooral als hij aan de Staat een taak toekent in de opvoeding en bij de tempering van de grote tegenstelling tussen rijk en arm. Op de Franse Revolutie heeft hij invloed geoefend, hij werd zelfs in 1792 Frans staatsburger en zond bij de Constituante een „Plan for the organization of the judicial Establishment” in.

Hij heeft, uitgaande van zijn utilitaristische beginselen, getracht een Wetenschap der Wetgeving te grondvesten, een nog heden onvervuld postulaat der rechtswetenschap, en dit bracht hem tot een „Wetenschap van Definities” als een voorloper der moderne Significa. Zijn werk, dat verreikende en veelal heilzame practische gevolgen heeft gehad en waarvan de invloed ook op het continent zeer groot is geweest, strekte zich uit over alle gebieden der staats- en rechtswetenschappen, ethiek, logica en economie en veel er van is nog onuitgegeven. Zijn leerling Etienne Dumont, gaf verscheiden van zijn geschriften voor het eerst uit in het Frans. In 1821 nam de staat New York een ten dele naar Bentham’s geschriften uitgewerkt wetboek aan, welk voorbeeld in 1826 door Zuid-Carolina en in 1830 door Louisiana gevolgd werd. Zijn verzamelde geschriften zijn door John Bowring in 11 dln (Edinburgh 1838-1843) uitgegeven, voorzien van een biografie.Bibl. (voornaamste geschriften): Introduction to the principles of morals and legislation (London 1789; nieuwe uitg. in 1879); Panopticum, or Inspection house (2 dln London 1791); Defence of usury (London 1816); Protest against Law Taxes (London 1795) > Tracts on poor-laws and pauper management (London 1797); Catechism of parliamentary reform (London 1817). dat geleid heeft tot een hervorming van het Engelse parlement; Papers upon Codification and Public Instruction (1817); Codification Proposals (1823); Book of Fallacies (1824); The Rationale of Evidence 5 dln, ed. J. S. Mill (1827) > The Rationale of Punishment (1830); Constitutional Code for the Use of All Nations (1830); Deontology or Science of Morality (2 dln, 1834); Theory of Legislation, uitgegeven door C. K. Ogden (1931); Theory of Fictions, uitg. door C.

K. Ogden (met ini. v. 152 biz.) (1932); The Limits of Jurisprudence Defined, now first printed with an in trod, by Charles Warren Everett, Columbia Univ. Press. (1946).

Lit.: E. Halévy, La Formation du radicalisme philosophique 3 vol. (i90i-*04); Leslie Stephen, The Engl. Utilitarians (dl I, Qde dr., 1912); E. Halévy, La jeunesse de B. (Paris 1901); Ch. M. Atkinson, J.

B. (1905); J. H. J. A. Greyvenstein, Het Sociale UtiJisme van B. (Utrecht 1911, Diss.); W. R.

Sorley, B. and the Early Utilitarians (1914); H. G. Lundin, Influence of J. B. on English Democratic Development (1920); Graham Wallas, J. B. (1922); Ch. Warren Everett, The Education of J.

B. (1932); J. B. and the Law, a symposium, ed. by G. W. Keeton and G. W. Schwarzenberger (London 1948).