(Jehovah's Witnesses), georganiseerd in de „Zion’s Watch Tower Society” (van 1884, te Pittsburg en Brooklyn), de „International Bible Students Association” (van 1914, voor de buitenlandse propaganda, in Duitsland: Ernste Bibelforscher) en de „Watch Tower Bible and Tract Society” (van 1939, te New York), zijn de meest opzienwekkende adventisten van de moderne tijd. De secte gaat terug op het werk van Charles Taze Russell (Pittsburg, V.S., 1852 - in Kansas 31 Oct. 1916), die de beweging in 1872 zou hebben gesticht.
Zij is van onkerkelijk karakter. Haar hoofdorgaan Zion’s Watch Tower (sinds 1939 The Watch Tower announcing Jehova's Kingdom) werd sedert de eerste verschijning 1879 tot zijn dood door Russells pen alleen gevuld. Hij werd in 1916 opgevolgd door „Judge” Joseph Franklin Rutherford (1869 - Bath Sarim 8 Jan. 1942), een vroegere praktizijn, die een enkele maal als rondtrekkend rechter is opgetreden, terwijl thans Nathan Homer Knorr (Bethlehem, V.S., 23 Apr. 1905) directeur van het hoofdbureau en de belangrijke uitgeverij der beweging te Brooklyn (N.Y.) is. De leer der Jehova’s Getuigen is antitrinitarisch; Russell beschouwde Christus als een geschapen geest, een volmaakt mens, door de kruisiging weer geest geworden, wiens lichaam dan ook niet is opgestaan maar door God op andere wijze is weggenomen om het te zijner tijd terug te brengen. De paus is de anti-christ; over de Protestantse kerken is het oordeel weinig milder. Centrum hunner leer is het duizendjarig rijk, dat reeds begonnen is en gedurende hetwelk slechts een klein „kuddeke” (Luc. 12 : 32) behouden kan worden; eerst na de wederkomst van Christus — door Russell in 1874 berekend, welk jaartal na dien telkens is gewijzigd — vindt de bekering der wereld plaats.
Vandaar de leer van „Jehova’s theocratische regering door Christus” (Congres in Den Haag, Sept. 1950). De doden, die thans feitelijk nergens zijn, worden dan herschapen, tot een geschat aantal van 252 milliard, om op aarde een nieuwe proeftijd te mogen doorleven. Daarna volgt of volstrekte vernietiging, zonder lijden of hel, óf het eeuwige leven, dat intussen reeds het deel is van het „kleine kuddeke”. Russell beschouwde als zijn voorgangers de apostel Paulus en Johannes, verder Arius — om zijn onorthodoxe Christologie — Waldo, Wyclif en Luther; de Bijbelverklaringen van het hoofd van het zevende wereldtijdperk zijn echter omvangrijker dan het werk van alle zes voorgangers samen. Hij gold als de ware herder, de engel van Ezechiël 9, de goede en getrouwe dienstknecht van Math. 25 : 21. Jehova’s Getuigen zijn geen principiële dienstweigeraars, doch aangezien zij de thans bestaande staten als creaties van de satan beschouwen, verzetten zij zich tegen dienstplicht, belastingplicht, enz. en plaatsen zich dus formeel buiten de maatschappij in haar tegenwoordige vorm.
Vandaar dat zij tijdens Wereldoorlog II in de V.S. en speciaal in Duitsland aan vervolgingen waren blootgesteld. De verbreiding der beweging strekt zich, met hernieuwde opwekkingen na 1920 en na Wereldoorlog II, over de gehele wereld uit. Ook in Nederland wordt thans intensieve propaganda gevoerd (voor de Kongo z Kitawala).Lit.: C. T. Russell, Food for Thinking Christians (Allegheny, Pa., ca 1880); Studies in Scriptures (7 din, Allegheny, Pa., 18971902); Sermons (Brooklyn, New York, ca 1920). J. F. Rutherford schreef enige honderden boeken en brochures, o.a. A Great Battle in the Ecclesiastical Heavens (1915); Millions now living will never die (1920); The Harp of God (1921, belangrijkste werk); Light (2 din, 1930) , Justifying War (1934); zijn werken zijn in ca 100 talen vertaald en waren in 1940 reeds in ca 300 millioen exx. verspreid.
(vóór): F. Zürcher, Kreuzzug gegen das Christentum (Zürich 1938, in verband met de vervolgingen in Duitsland); (H. Covington?), Jehova’s Servants defended (New York 1941); W. Stockdale, Government is the Criminal (Putnam, Conn., 1947, in verband met de vervolgingen in de V.S.). (Critisch): J. E. Forrest, Errors in Russellism (Anderson, Ind., 1915); M.
S. Gzatt, The Int. Bible Students (Scottsdale, Pa., 1933, Yale Studies in Religion, 4); F. T. Shield, Russellism, Rutherfordism (Grand Rapids 1934); J v. Freyenwald, Die Zeugen Jehovas (Berlin 1936, anti-sem. propaganda); H.
H. Stroup, The Jehova’s Witnesses (New York 1945» wetensch. werk vooral over de organisatie); (pop. Ned. bestrijding v. orthod. Prot. zijde): J. de Heer, De verderfelijke dwalingen der J. G. (Driebergen 1946); H. Bakker, J.
G. ontmaskerd (Wageningen 1946, 4de dr., 1948). Vgl. ook: E. T. Clark, The Small Sects in America (1949) 5 P. Scheurleer, Die Sekten der Gegenwart (4de dr., 1930); H. Bakker, Stroomingen en secten van onzen tijd (6de dr., Utrecht 1947).