een secte, welker naam is afgeleid van adventus, de aankomst van Christus ten wereldgericht, in 1831 gesticht door William Müller (Pittsfield 1772 - Low Hampton 1849), die te New York het einde der wereld aankondigde tegen het jaar 1843 en, als dat niet uitkwam, 1844. Toen ook deze voorspelling niet vervuld werd, ontstond er een scheuring en velen scheidden zich af als zelfstandige sekten, o.a. de Evangelical Adventists, Age-to-come Adventists, Seventh-Day Adventists, 1860.
De laatsten, ook Sabbatisten geheten, gesticht door mevr. R. Preston en den scheepskapitein Jos. Bates, met als geestelijke leiders het echtpaar James White, orthodox in de leer en die de volwassenen-dompeldoop toepassen, vieren de zevende dag, Zaterdag, als de door God verordende rustdag; zij bestrijden alcohol en narcotica. Haar centrum werd Battle Creek (Michigan) met krachtige zendingsorganisatie, waardoor ook in Europa (Neanderthal en Friedensau in Duitsland) hun invloed toenam. Het kerkgenootschap der Zevende-Dagsadventisten in Nederland telde omstreeks 1940 bijna 1500 belijdende leden in 33 gemeenten met 10 predikanten en een kleiner aantal hulppredikers en evangelisten.Lit.: C. A. Stellwag, De Adventisten (Baarn 1911).